Les 27

Wat gaan we doen.........

-  nakijken
- terugblik
- doel
- uitleg 
- afsluiting 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen.........

-  nakijken
- terugblik
- doel
- uitleg 
- afsluiting 

Slide 1 - Diapositive

Droedel

Slide 2 - Diapositive

Nakijken 
Les 26 opdracht 1 t/m 10 in tweetallen

Slide 3 - Diapositive

Meer uitleg over de persoonsvorm (vinden, t.t.) je in het KERN boek.

Slide 4 - Question ouverte

Lesdoel


je leert hoe je de persoonsvorm in verleden tijd correct spelt.

Slide 5 - Diapositive

Gisteravond (wachten) ze geduldig af.

Slide 6 - Question ouverte

De drone (krijgen, v.t.) kuren en (veroorzaken, v.t.) een enorme explosie.

Slide 7 - Question ouverte

(Durven, v.t.) jullie erop te vertrouwen dat het goed kwam?

Slide 8 - Question ouverte



Heb je de 3 vragen over de PV in de verleden tijd goed?

Werk zelfstandig verder. 
>> Vraag 1 & 2, bladzij 58. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Sterk werkwoord:
Klank verandert sterk.

Slide 13 - Diapositive

Zwak werkwoord: klank blijft hetzelfde in verleden tijd.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
Wat?
Maken les 27 vraag 1 t/m 7 + 10 blz. 58 en 59
Hoe?
Lees nog een keer de theorie rustig door. Eerst buurman of buurvrouw vragen
Hoe lang?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen

Slide 18 - Diapositive


De explosie (veroorzaken) veel schade.

Slide 19 - Question ouverte

De DJ (besteden) donderdag veel aandacht aan dreigtweets.

Slide 20 - Question ouverte


Ik (halen) precies op tijd de tram naar Scheveningen.

Slide 21 - Question ouverte


Ze (ontbijten) al om 6u15, want ze moest het eerste uur op school zijn. (sterk werkwoord!)

Slide 22 - Question ouverte

De politie probeerde hem aan te houden, maar hij (vluchten) net op tijd.

Slide 23 - Question ouverte

De verhuizers (laden) gisteravond alle dozen in de vrachtwagen.

Slide 24 - Question ouverte