De begrippen: oorzaak en gevolg, bestaansmiddel, nomaden, bronnen.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
In deze les leer je...
Waarvan de eerste mensen leefden
De begrippen: oorzaak en gevolg, bestaansmiddel, nomaden, bronnen.
Slide 1 - Diapositive
De eerste mensen!
Slide 2 - Diapositive
Hier komt de uitleg....!
Slide 3 - Diapositive
Rond 20.000 v.Chr. bereikten mensen het westen en noorden van Europa.
In deze periode was de gemiddelde temperatuur onder nul: IJSTIJD
Slide 4 - Diapositive
Er leefden toen mammoeten en andere grote dieren.
Beeldje gemaakt van mammoetivoor
Slide 5 - Diapositive
Oorzaak:
¨De reden dat iets gebeurt¨
Slide 6 - Diapositive
Gevolg:
¨Iets dat door iets anders gebeurt¨
Slide 7 - Diapositive
Na de ijstijd
leefden jager-verzamelaars in Nederland van jagen, vissen en voedsel verzamelen!
v sdjsd
Slide 8 - Diapositive
Het werd stilaan warmer waardoor mensen ook in West-Europa beter konden overleven.
Slide 9 - Diapositive
Oorzaak of gevolg? Mensen konden beter overleven in West-Europa vanaf 12 000 v.Chr.
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 10 - Quiz
Begrippen
Bestaansmiddel:
¨middel dat nodig is om te kunnen overleven: voedsel, kledij, onderdak, ...¨
Slide 11 - Diapositive
Begrip
Nomade:
¨Iemand zonder vaste woonplaats die op zoek gaat naar bestaansmiddelen¨
Slide 12 - Diapositive
Begrip
Jager-verzamelaars
nomaden.
trekken rond op zoek naar eten.
eenvoudige woningen: hutten/grotten.
weinig bezittingen
leven in kleine groepen: stammen
Slide 13 - Diapositive
De mannen hielden zich vooral bezig met het jagen op dieren en ook met vissen. Meestal deden ze dat in groepen. Ze jaagden op allerlei grote en kleine dieren.
De taak van de vrouwen was het verzamelen van allerlei eetbare bessen, noten, planten en zaden. Ook zorgden zij voor de kinderen.
De jagers en verzamelaars waren nomaden. Dat wil zeggen dat ze niet lang op een plaats bleven. Als het voedsel op was trokken ze verder. Daarom zijn hun verblijven ook eenvoudig, geen mooie houten huizen, maar simpele tenten van dierenhuid. Je moest het allemaal makkelijk mee kunnen nemen. Vaak sliepen ze ook gewoon in natuurlijke schuilplaatsen, zoals grotten.
Bijna alles van de gevangen dieren werd gebruikt. Het vllees werd gegeten. De huid werd verwerkt tot kleding en tenten. De pezen werden gebruikt als touw en van de botten werden allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook sieraden gemaakt.
De pijlpunten, vuistbijlen en andere scherpe gebruiksvoorwerpen werden voornamelijk van steen gemaakt. Daarom noemen we deze periode ook wel de Steentijd.