Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vak: Engels
Unit: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening
Take your English book, don't open it yet!
Slide 2 - Diapositive
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.
Slide 3 - Diapositive
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
???
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
De hele klas
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
???
Slide 4 - Diapositive
3. Lesdoel
Na deze les kun je:
- de Words van 2.4
- eigen werk evalueren op basis van geformuleerde doelen
- dingen bestellen (gesprek)
- iets kopen (gesprek)
- informatie uitwisselen over praktische zaken (gesprek)
- een vooraf geoefende mededeling doen (spreken)
Slide 5 - Diapositive
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 4
blz.: 81 t/m 83
opdr.: 40 t/m 43
Slide 6 - Diapositive
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Diapositive
Wat is de juiste vertaling van: schoolplein
A
playground
B
schoolyard
C
playyard
D
schoolground
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging van: verkopen
A
sell - sold - solded
B
(to) sell - solded - sold
C
(to) sell - sold - sold
D
(to) sell - selld - selled
Slide 9 - Quiz
It's like finding a needle in a haystack. Wat is de juiste vertaling van 'needle'?
A
korreltje
B
blaadje
C
hooistapel
D
naald
Slide 10 - Quiz
Wie maakt wat?
3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:
les 4, blz. 81 t/m 83, opdr. 40 t/m 43
De rest doet mee met de instructie
Slide 11 - Diapositive
4. Instructie
Slide 12 - Diapositive
Het kan zijn dat je de Engelse vertaling van een woord niet weet. of vergeten bent. Je kan dan het woord dat je bedoelt omschrijven. Zie de uitleg hieronder.
Slide 13 - Diapositive
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4, blz. 81 t/m 83, opdr. 40 t/m 43
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten.
Slide 14 - Diapositive
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 4, blz. 81 t/m 83, opdr. 40 t/m 43 --> namen lln
B: les 4, blz. 81 t/m 83, opdr. 40 t/m 43 --> De hele klas
I: les 4, blz. 81 t/m 83, opdr. 40 t/m 43 --> namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/ lezen / woordzoeker.
timer
35:00
Slide 15 - Diapositive
7. Evaluatie
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.
Slide 16 - Diapositive
Vocabulary - Sleep de vertaling naar het juiste woord