27112024 enkel/meerv/ondersch/nevensch arg.

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands - H3b

Leg alvast een pen, je leerboek en schrift klaar!

Hoofdstuk:

 "Liv, 22.40 uur"

Uit: Volkskrant, 24-11-2024

Standpunt: "Het is niet goed voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren als zijzelf of hun ouders vele uren achter een scherm doorbrengen."

Argumenten:

• A1: de persoonlijke interactie tussen ouders en kind wordt minder 
• A2: langdurig gebruik van social media brengt angst en onzekerheid met zich mee bij jongeren
• A3: langdurige schermtijd heeft een nadelig effect op leerprestaties
• A4: jonge kinderen scoren slechter op woordenschat en grammatica 
• A5: de grove motoriek bij jonge kinderen ontwikkelt zich minder goed

Standpunt 

Onderschikkende argumentatiestructuur

A1: de persoonlijke interactie tussen ouders en kind wordt minder

          want:                                    dus:

Ouders zijn vaker op hun scherm gericht dan op hun kinderen.

Onderschikkende argumentatiestructuur

A2: langdurig gebruik van social media brengt angst en onzekerheid met zich mee bij jongeren

want

kinderen/jongeren zijn al op jonge leeftijd bezig met status, uiterlijk en zelfrepresentatie

dus

Opdracht in duo's

1. Schrijf een standpunt met een enkelvoudige argumentatiestructuur op en teken hier een blokjesschema bij.

2.Schrijf nu bij dit standpunt een tweede en/of derde argument op, zodat het een nevenschikkende argumentatiestructuur wordt. Teken dit ook in een blokjesschema.

3. Schrijf nu een onderschikkend argument op in je nevenschikkende argumentatiestructuur. Noteer dit in het blokjesschema.

Signaalwoorden 

STANDPUNT:

Ik vind …, Volgens mij …, Zij denkt dat …, Hij is van mening dat…

LET OP: Soms begint een standpunt met: “Daarom…”

ARGUMENTEN:

immers, namelijk, omdat, want, de reden hiervoor is …, dat blijkt uit …, denk aan ...

Let op!

• Let op: In de opdrachten in het boek staan de standpunten vaak 'verstopt' in een stukje tekst en ze worden vaak als stelling geformuleerd, niet altijd als een duidelijk standpunt in een 'ik vind'-constructie.
• Let op: het standpunt staat niet altijd vooraan in de tekst!

Ga naar p. 75, opdracht 2

Je werk in duo's.

1. Lees de argumentatie.
2. Bepaal het standpunt (schrijf eerste woord, puntjes, laatste woord op)
3. Bepaal de argumenten.

Kies het juiste blokjesschema (A, B, C of D)