Blues les 3

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dit kwartaal

  • Kennis van akkoorden

  • Kennis van de oorsprong en kenmerken vd blues

  • PO voor cijfer: blues spelen in bandjes 

Slide 2 - Diapositive

Les vandaag

  • Introductie Blues in LessonUp


  • Werken aan PO in bandjes: eigen partij leren

Slide 3 - Diapositive

Blues

Slide 4 - Carte mentale

Blues
  • Eind 19de eeuw in de zuidelijke VS
  • Afro-Amerikaanse gemeenschap
  • Einde van de slavernij,
    maar blijvende ongelijkheid
  • Muziek verlichtte het zware bestaan
  • Spirituals, gospel en worksongs

Slide 5 - Diapositive

Blues
Treurig ('to feel blue')
Traag, slepend tempo

Thema = Ellende arme zwarte bevolking
Uitzichtloos bestaan, verloren liefde,
onbereikbare zaken in het leven... maar daarin berusting vinden

Slide 6 - Diapositive

Slavernij Amerika 1619 - 1865
Worksong
Spiritual

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken liedstijlen
De slaafgemaakten hadden 3 verschillende liedstijlen.

Blues
  • Klaagzang
  • Langzaam
  • Uiten van gevoelens
  • meestal solo

Worksong
  • Ter ondersteuning 
    van het werk
  • Teksten over het werk
  • Erg ritmisch
Spiritual
  • Godsdienstig
  • Koor/voorzanger
  • Matig tempo
  • Call & Response
Railroad worksong
Sweet Home Chicago

Slide 8 - Diapositive

1

Slide 9 - Vidéo

01:06
Welke liedstijl hoor je hier?
A
Blues
B
Worksong
C
Spiritual

Slide 10 - Quiz

Kenmerken bluesmuziek
  • Melodie en tekst in coupletten met de vorm AAB.
  • Bluesschema (akkoordenschema van 12 maten)
  • Kenmerkend voor de blues is het soleren. Zang wordt afgewisseld met instrumentale improvisatie.
  • Tempo is langzaam/slepend
  • Ritme is vaak in swing
  • Herkenbaar door riffs (korte melodietjes die vaak worden herhaald, bijvoorbeeld op de gitaar)
  • Gebruik van blue notes (lager geïntoneerd, glijden naar de juiste toon)  deze noten vaak bereikt met instrumenten die tonen kunnen 'buigen', zoals gitaar, bluesharp en saxofoon. 

Slide 11 - Diapositive

Muziekinstrumenten
In het begin vooral (Delta Blues): 
Zang, gitaar (ook slideguitar), mondharmonica

Uitbreiding naar de stad (Cityblues): 
Zang, gitaar, mondharmonica, piano, basgitaar/contrabas, drums, blaasinstrumenten zoals trompet, saxofoon, trombone.

Slide 12 - Diapositive

Wanneer is de Blues ontstaan?
A
Begin 19e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin 20e eeuw
D
Eind 20e eeuw

Slide 13 - Quiz

Vanuit welke liederen is de Blues ontstaan?
A
Religieuze liederen
B
Country songs
C
Rocksongs
D
Worksongs

Slide 14 - Quiz

Hoe is de bluesmuziek gereisd?
A
Van Amerika naar Afrika
B
Van Afrika naar Europa
C
Van Afrika naar Azië
D
Van Afrika naar Amerika

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel maten bestaat het bluesschema?
(alleen cijfer antwoorden)

Slide 16 - Question ouverte

Geef de 3 tonen van het C akkoord
(kleine letters, met komma en spatie)

Slide 17 - Question ouverte

Wat is 'swing'?

Slide 18 - Question ouverte

Noem (minimaal) 3 instrumenten die vaak worden gebruikt in de blues.

Slide 19 - Question ouverte

PO voor cijfer: Blues in bandjes
  • Muzikale lagen: melodie, akkoorden, bas, ritme
  • Instrumenten + zang of instrumentaal
  • Groepen van 5 of 6 leerlingen 
  • Geluidsvoorbeeld en beoordelingsrubric staan bij de opdracht in magister.
Planning
  • Vandaag eigen partij leren spelen
  • Na de vakantie 2 lessen oefenen op samenspel
  • 7 juni: presenteren voor de klas

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive