havo 4 - vervoer herhaling

Agenda
Herhalen theorie hoofdstuk 6
  • Prijselasticiteit van de vraag (Ev)
  • Kruislingse prijselasticiteit (Ek)
  • Inkomenselasticiteit (Ey)

Lesdoel: de drie verschillende soorten elasticiteit kunnen herkennen, benoemen en berekenen.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Agenda
Herhalen theorie hoofdstuk 6
  • Prijselasticiteit van de vraag (Ev)
  • Kruislingse prijselasticiteit (Ek)
  • Inkomenselasticiteit (Ey)

Lesdoel: de drie verschillende soorten elasticiteit kunnen herkennen, benoemen en berekenen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Tekst
Prijselasticiteit
Kruislingse prijselasticiteit
Inkomens elasticiteit
Procentuele verandering vraag goed A
Procentuele verandering prijs goed B 
Procentuele veranderin vd vraag
Procentuele verandering vd prijs
Procentuele veranderin vraag
        
Procentuele verandering inkomen

Slide 3 - Question de remorquage

Tekst
Prijselasticiteit
Kruislingse prijselasticiteit
Inkomens elasticiteit
inelastische vraag
Substitutiegoed
Inferieur goed
Complementaire goed
Luxe goed

Slide 4 - Question de remorquage

Procentuele verandering van de vraag naar goed A / procentuele verandering van de prijs van goed B
A
Prijselasticiteit van de vraag
B
Kruislingse prijselasticiteit
C
Inkomenselasticiteit

Slide 5 - Quiz

Hoe bereken je een procentuele verandering?

Slide 6 - Question ouverte

De prijselasticiteit van de vraag is -0,6.
Is deze vraag elastisch of inelastisch?
A
Elastisch
B
Inelastisch

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een inferieur goed?
A
Merkkleding
B
Tweedehands kleding

Slide 8 - Quiz

De inkomenselasticiteit is 1,1
Met welk soort goed hebben we te maken?
A
Inferieur goed
B
Normaal goed
C
Luxe goed

Slide 9 - Quiz

De goederen wit en bruin brood kunnen elkaar vervangen.
Welke soort goederen zijn dit?
A
Substitutiegoederen
B
Complementaire goederen

Slide 10 - Quiz