4.1 Een stroomkring maken

Welkom klas 2
Wat heb je nodig:
  • Pen
  • Rekenmachine
  • Boek A Nask
  • Schrift

Telefoons in de telefoontas!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom klas 2
Wat heb je nodig:
  • Pen
  • Rekenmachine
  • Boek A Nask
  • Schrift

Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Uitleg 4.1
  • Theorie Lezen 4.1 blz. 124-126
  • Opdrachten 4.1 maken (1 t/m 10)

Slide 2 - Diapositive

4.1 Een stroomkring maken
Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2. Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
  3. Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  4. Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
  5. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis
Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

Slide 4 - Diapositive

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij): 
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 5 - Diapositive

4.1 Functie onderdelen stroomkring
Batterij: levert  de elektrische energie
Snoeren: vervoeren de energie naar het lampje
Lampje: zet elektrische energie om in licht en warmte

Slide 6 - Diapositive

4.1 Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
Bijvoorbeeld: alle metalen (o.a. koper, aluminium), koolstof, zoutwater.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. Bijvoorbeeld: Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

De stroomsterkte meten

Slide 10 - Diapositive

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter.

Tips aansluiten:
* grootste bereik eerst
* Plus spanningsbron op plus ampèremeter.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 13 - Diapositive

Controle vragen
1 Teken de opstelling om te bepalen of een stof stroom geleid.

Slide 14 - Diapositive

Welke onderdelen heb je nodig om een lampje te laten branden?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de functie van de batterij?
A
omzetten van de elektrische energie in licht en warmte
B
elektrische energie leveren
C
meten hoe groot de stroom is
D
vervoeren van energie naar het lampje

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de snoeren?
A
omzetten van de elektrische energie in licht en warmte
B
elektrische energie leveren
C
meten hoe groot de stroom is
D
vervoeren van energie naar het lampje

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van het lampje?
A
omzetten van de elektrische energie in licht en warmte
B
elektrische energie leveren
C
meten hoe groot de stroom is
D
vervoeren van energie naar het lampje

Slide 18 - Quiz

Noem 3 geleiders

Slide 19 - Question ouverte

Noem 3 isolatoren

Slide 20 - Question ouverte

4 Lees de ampèremeter af

Slide 21 - Diapositive

Reken om: 0,2 mA = .....A

Slide 22 - Question ouverte

Reken om: 30 A = .....mA

Slide 23 - Question ouverte

Reken om: 562 mA = .....A

Slide 24 - Question ouverte

1 Bij de ampèremeter begin je met het grootste bereik.
2 De plus v.d. voeding moet op de min v.d. ampèremeter
A
1 en 2 juist
B
1 juist
C
2 juist
D
geen juist

Slide 25 - Quiz

Als je plast tegen schrikdraad;
Bewering 1: krijg je een gesloten stroomkring.
Bewering 2: doe je dit daarna (gewoonlijk) nooit meer.
A
1 en 2 juist
B
1 juist
C
2 juist
D
allebei fout

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Wat ga je nu doen?
  • Lezen theorie 4.1 blz. 124 t/m 126
  • Maken opdracht 1 t/m 10

Wat niet af is wordt huiswerk!

Slide 28 - Diapositive