(WEEK 14) Adverbs, Can&Could, Some&Any

to online English class 👋🏻
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

to online English class 👋🏻

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- Herhaling 4.2 Plek van Bijwoorden
- Uitleg 4.3 & 4.4 Can & Could
- Uitleg 4.5 Some & Any

Slide 2 - Diapositive

Wat is het bijwoord in de volgende Engelse zin:
"You can always count on me."

Slide 3 - Question ouverte

Bijwoorden
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Bijwoorden zijn woorden als:
probably / really / just / always / never / usually / still

Slide 4 - Diapositive

Bijwoorden
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
In een Engelse zin plaats je een bijwoord:
- een vorm van to be, zoals am, is of are
Bijvoorbeeld: You are never late.

- vóór elk ander werkwoord
Bijvoorbeeld: I really like Christmas.  

Slide 5 - Diapositive


Even oefenen..

Slide 6 - Diapositive


Op welke plek moet het bijwoord "never"?
"I (A) buy (B) my food (C) at Jumbo (D)."
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz


Op welke plek moet het bijwoord "still"?
"She (A) is (B) my bestfriend (C)."
A
A
B
B
C
C

Slide 8 - Quiz

Op naar het volgende onderwerp..

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent "CAN" in de volgende zin:
"Can I borrow your pencil?"

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent "CAN" in de volgende zin:
"Could I borrow your pencil?"

Slide 11 - Question ouverte


                      kan, kunnen
                      kan niet, kunnen niet

                      zou kunnen

Can & Could
Can
Can't
Could
I can speak English.
I can't speak English.
Could you help me, please?
              Veel beleefder!

Slide 12 - Diapositive


Even oefenen..

Slide 13 - Diapositive


Can or Could?
"... you see those letters?"
A
Can
B
Could

Slide 14 - Quiz


Can or Could?
"... you repeat that, please?"
A
Can
B
Could

Slide 15 - Quiz


Fill in the gap.
"I am sick. I ... come to your party, sorry."
A
can
B
could
C
can't

Slide 16 - Quiz


Fill in the gap.
"... you help me with my bags, please?
A
Can
B
Could
C
Can't

Slide 17 - Quiz


Fill in the gap.
"It's very loud in here, I ... hear you!"
A
can
B
could
C
can't

Slide 18 - Quiz


Denk je deze onderwerpen nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 19 - Quiz

Op naar het volgende (en laatste) onderwerp..

Slide 20 - Diapositive

Some & Any
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Some & Any betekenen beide
wat / enkele / een paar / sommige / een beetje
Geen specifiek aantal, maar gewoon een paar..

Slide 21 - Diapositive

Some & Any
I want some apples.
I don't want any apples.
Do you want any apples?
Wat valt je op aan deze zinnen? 
Wanneer is het SOME en wanneer ANY?

Slide 22 - Diapositive

Some & Any
I want some apples.
I don't want any apples.
Do you want any apples?
Some gebruik je in een bevestigende / positieve zin.

Any gebruik je in een ontkennende / negatieve zin en in een vraagzin.

Slide 23 - Diapositive


Even oefenen..

Slide 24 - Diapositive


Some or Any?
"Have you got ... suggestions?"
A
some
B
any

Slide 25 - Quiz


Some or Any?
"I want to eat ... strawberries."
A
some
B
any

Slide 26 - Quiz


Some or Any?
"I don't want ... other teacher than Ms Butter!"
A
some
B
any

Slide 27 - Quiz


Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 28 - Quiz

There will be NO ONLINE CLASS this Friday.

Slide 29 - Diapositive


Finish WEEK 14

Slide 30 - Diapositive