herhaling Geslachtschromosomen (th. 1 organen en cellen)

Hoofdstuk 3 'Erfelijkheid'
herhaling geslachtschromosomen (th. 1 organen en cellen)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 'Erfelijkheid'
herhaling geslachtschromosomen (th. 1 organen en cellen)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even herhalen!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wordt bruin van de zon na een zonvakantie. Is dit je genotype of fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde (1)…………………… De tweeling wordt bij de geboorte uit elkaar gehaald en groeit niet samen op. Hierdoor heeft het ene meisje een blond haar en het andere meisje donkerblond haar. De (2) …………………… van de meisjes is verschillend. Dit komt door de (3)……………………
genotype
omgeving
fenotype

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Marloes laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype of/en haar fenotype?
A
Genotype wel, fenotype niet
B
Zowel genotype als fenotype verandert
C
Genotype niet, fenotype wel
D
Zowel het genotype als fenotype verandert niet

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na deze les...
kun je beschrijven hoe de geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geslachtschromosomen in lichaamscellen
Het 23e chromosomenpaar is bij mannen en vrouwen verschillend 

                                 MAN: XY                     VROUW:XX

Beïnvloeden de gehalten aan mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen in het bloed. 


Slide 9 - Diapositive

Op de geslachtschromosomen liggen genen die een aantal typische mannelijke of typische vrouwelijke kenmerken bepalen.

vogelbekdier heeft 5 geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen in geslachtscellen 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtschromosomen bij bevruchting

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van de mens
A
32
B
23
C
46
D
48

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit karyogram (chromosoomportret) van een man of een vrouw?
A
Vrouw
B
Man

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De eicel van de vrouw bepaald ALTIJD het geslacht
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Syndroom van down
Trisomie van het 21e chromosomenpaar

Fout in celdeling zorgt voor het extra chromosoom

De fout in de celdeling ontstaat meestal als de eicel van de moeder gevormd wordt. Heel soms ligt de fout in de vorming van de zaadcel van de vader.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf in eigen woorden hoe de geslachtschromosomen het geslacht van een mens kunnen bepalen.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je deze les het meest bijgebleven?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions