4LW4 Herhaling

Herhaling
p4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AnatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
p4

Slide 1 - Diapositive

Welke vragen heb je nog over het onderwerp SPIEREN?

Slide 2 - Question ouverte

Spieren:
1. Maken beweging van botten mogelijk.
2. Zorgen ervoor dat er beweging is in je organen
(bijv. voedsel kneden in de maag).
A
1: waar 2: niet waar
B
1: niet waar 2: waar
C
beide niet waar
D
beide waar

Slide 3 - Quiz


Om de arm te buigen moet je
A
de biceps aanspannen
B
de triceps aanspannen
C
de biceps ontspannen
D
de biceps en de triceps aanspannen

Slide 4 - Quiz


De biceps en de triceps zijn spieren die bij bewegen
A
hetzelfde doen
B
het tegenovergestelde doen
C
nooit samenwerken
D
niets met elkaar te maken hebben

Slide 5 - Quiz

Bekijk afbeelding 1. Wat gebeurt er met de voet als spier P zich samentrekt?
Sleep het cijfer A of B naar de afbeelding

Slide 6 - Question de remorquage


Nr. 5
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 7 - Quiz

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam
Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier
voorste dijbeenspier
Armstrekspier (triceps)

Kuitspier


Buikspier
Achterste dijbeenspier (hamstring)
Scheenbeenspier

Slide 8 - Question de remorquage

Hoeveel spieren heb je ongeveer?
A
500
B
200
C
400
D
600

Slide 9 - Quiz

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Bundels spiervezels
C
Vlies
D
kleine spiertjes

Slide 10 - Quiz


Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies

Slide 11 - Quiz

Als de armbuigspier
samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 12 - Quiz

Een pees
A
Een deel van een spier waarmee de spier aan het bot vastzit
B
Een onderdeel van een spiervezel
C
Een onderdeel van een spierbundel
D
Een onderdeel van het bottenstelsel

Slide 13 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 14 - Quiz


Tonie zegt dat antagonisten spieren zijn die elkaar tegenwerken.

Eya zegt dat antagonisten spieren zijn
die samenwerken. Ze doen het tegenovergestelde, de een spant aan,
de ander ontspant zich.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Tonie waar Eya niet waar
D
Tonie nietwaar Eya waar

Slide 15 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 16 - Quiz

Alle spieren hebben een antagonist waardoor bewegen mogelijk is
A
waar
B
nietwaar
C
soms
D
dit is onzin, spieren hebben niets met antagonisten te maken

Slide 17 - Quiz

Welke vragen heb je nog over het onderwerp BOTTEN?

Slide 18 - Question ouverte

OEFEN botten op anatomie-online 

Slide 19 - Diapositive

Anatomie BINGO! 
- Bingokaart met 16 vakjes
- Kies van de volgende sheet 16 begrippen  en schrijf op je kaart

Slide 20 - Diapositive

tonus
antagonist
contractie
beenmerg
achillespees
valse rib
naadverbin-ding
spiervezel
kogel-
gewricht
ware rib
scharniergewricht
botschacht (diafyse)
vitamine D
gewrichts-vloeistof
spaakbeen
compact bot
kort bot
botvlies
sponsachtig bot
zwevende rib
slaapbeen
lendewervels
pijpbot
plat bot
groeischijf
rolge-
wricht
darmbeen
handwortel-
beentjes
eivormig
gewricht
wandbeen

Slide 21 - Diapositive