Les 67: toets nabespreken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Nederlands

Welkom!

Begin van de les

1. Op je plek zitten (plattegrond)
2. Ipad plat!
3. Spullen op tafel
4. Stil zijn
5. Lezen 10 min - geen oortjes!

Lesdoelen

Lesstof: Par 1.8, 2.8 en 3.8 Opdr. --

Leerdoel:

Ik kan de PV goed spellen in de tegenwoordige tijd en verleden tijd.

Lesdoel:

Ik kan uitleggen wat ik niet goed heb gedaan bij de SO Spelling.

Klaar? Test Jezelf 3.8

Verdieping

--

Weet je nog?

Pak je Ipad

• Ga naar Lessonup.app 
• log in (geen code!)

“Hij ... dat hij op tijd zal zijn.”

1. belooft
2. beloofd

“Hij ..(1).. inderdaad op tijd, omdat hij dit keer eerder ..(2)..”

1. arriveerde / vertrekte
2. arriveerdde / vertrok
3. arriveerde / vertrok

Toets nabespreken

Opdracht 1

a. vind

b. hebben

c. wil

d. wordt

e. twittert

f. weigert

g. belooft

h. raad

Opdracht 2

a. Mijn vader en twee broers kijken op zondag naar vier programma’s: Champions League, NOS Journaal, NOS Sport Studio en NOS Eredivisie. 

b. Wat een stelletje fanaten! Als mijn moeder en ik stiekem naar Extreme Bruiden zappen, beginnen die kerels meteen te schreeuwen. 

Opdracht 4

a. hield

b. onderzochten

c. zouden

d. vonden

e. stak

f. waren

g. werd

h. verloren

Opdracht 5

a verspreidde

b zweefde

c stootte

d stapten

e fronste

f rekende

g gierden

h misten

Opdracht 6

a. jubilea, jubileums

b. flessen

c. neuzen

d. scherven

e. knieën

f. pony’s

g. sleeën

h. critici

i. leraren

j. data

k. brieven

l. epidemieën

m. piano’s

n. fora, forums

o. kansen

 

p. therapieën

q. pinda’s

r. niveaus

Quiz

6. Werkwoorden verleden tijd:

aDe poes (soezen) op de bank, terwijl Edo de kamer (poetsen).

1. soeste, poetste
2. soeste, poetsde
3. soesde, poetste
4. soesde, poetsde

werkwoord:
verleden tijd
Hij ....... de sneeuwbal.

1. gooite
2. gegooid
3. gooide

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?

1. ik verfte
2. ik verfde

Bij zwakke werkwoorden komt er -te(n) of -de(n) achter de ik-vorm in de verleden tijd.

1. waar
2. niet waar

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:
We ___ dat het goed was voor onze conditie. (geloven)

1. geloven
2. gelovden
3. geloofden
4. geloofde

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd

Ik ___ onderaan op de ranglijst.........(belanden)

1. beland
2. belandde
3. belanden
4. belandt

Wat zijn zwakke werkwoorden?

1. Werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.
2. Werkwoorden die je kunt doen.
3. Werkwoorden die in de verleden tijd eindigen op -de(n) of -te(n).
4. Werkwoorden die je overkomen.

Wat is de regel voor de verleden tijd van zwakke werkwoorden?

1. stam, stam +t, stam +en
2. bij 't-ex-kofschip -te of -ten
3. ik-vorm, ik-vorm+t, hele ww
4. ge + hele ww + d of t

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

[studeren] je vaak voor je lessen?

1. studeerte
2. studeerde
3. studeerden
4. studeerdte

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

Ann en Maria [feesten] tot laat in de avond

1. feesten
2. feesden
3. feestten
4. feestte

Groepsverdeling 1A

Groep 1:

• 
  

Groepsverdeling 

Groep 2:

• 
  

Groep 3:

• 
  

Groep 4:

• 
  

Groep 5:

• 
  

Groep 6

• 
  

Hoe: 

Op je Ipad

Klaar?

lezen

Hulp: 

Lesstof 3.8 

Wat:

Maak Test Jezelf van 3.8

Eind:

• oordopjes zijn toegestaan 
• je mag tegen de muur leunen
• In stilte lezen!

Weet je nog?

Noteer woord, betekenis én zin achterin je schrift.

Welke fout van je SO maak je in vervolg niet meer?

Evaluatie