Songfestival

Concours de la chanson
Le Français et la France à l'Eurovision
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
FransEnseignement Secondaire

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Concours de la chanson
Le Français et la France à l'Eurovision

Slide 1 - Diapositive

Les buts
- Ik kan een tekst begrijpen over het songfestival
- Ik kan een songtekst omschrijven naar de passé composé

Slide 2 - Diapositive

1.  remue-meninge
Waar denk je aan bij het songfestival?
Wat weet je al?

Slide 3 - Diapositive

Songfestival

Slide 4 - Carte mentale

Waar wordt het songfestival dit jaar gehouden?
A
Finlande
B
France
C
Suède
D
Allemagne

Slide 5 - Quiz

Hoeveel (deels) Franstalige nummer doen mee dit jaar?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Welke landen zijn dit?

Slide 7 - Question ouverte

Welke artiest doet mee voor FrankrijK?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

2. Lire
1. Lees de tekst in duo's
2. markeer de belangrijkste informatie
3. Vat dat samen in ong. 4 zinnen vul deze in op lessonup
4. daarna gaan we gedetailleerde vragen beantwoorden

Slide 9 - Diapositive

Wat is de belangrijkste informatie uit jouw stukje?

Slide 10 - Question ouverte

Hoeveel landen deden in 1956 mee?
A
10
B
6
C
4
D
7

Slide 11 - Quiz

Hoeveel landen doen nu mee?
A
Een veertigtal landen
B
meer dan 50 landen
C
Minder dan 30 landen
D
Een dertigtal landen

Slide 12 - Quiz

Zet de stappen van het songfestival in de juiste volgorde
choisir une chanson
les pays votent
Demi-finales
Les spectateurs votent
Grande finale
le gagnant organise

Slide 13 - Question de remorquage

Wat kan absoluut niet bij het stemmen?
+ eerste twee woorden van de zin

Slide 14 - Question ouverte

Welk land heeft het vaakst gewonnen?
A
IJsland
B
Zweden
C
Frankrijk
D
Ierland

Slide 15 - Quiz

Hoe vaak heeft dat land gewonnen?

Slide 16 - Question ouverte

3. Chanson
We gaan luisteren naar de inzending van Frankrijk en Luxemburg
Daarbij worden een paar vragen gesteld

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat vind je ervan?
Heel erg leuk
Best oke
Niet helemaal mijn ding
Vreselijk!

Slide 19 - Sondage

Vocabulaire
Wat betekenen deze woorden uit de liedtekst?

Slide 20 - Diapositive

Je t'aime
A
Ik hou van je
B
Ik hou niet van je
C
Ik haat je
D
Ik hou van jullie

Slide 21 - Quiz

Ma peine
A
Mijn hoofd
B
Mijn pijn
C
Mijn haat
D
Mijn liefde

Slide 22 - Quiz

Je t'en supplie
A
Ik sla je
B
Ik vraag je
C
Ik smeek je
D
Ik mag je

Slide 23 - Quiz

Toujours

Slide 24 - Question ouverte

Waar gaat het liedje over volgens jou?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Vidéo

Wat vind je ervan?
Heel erg leuk
Best oke
Niet helemaal mijn ding
Vreselijk

Slide 27 - Sondage

Vocabulaire
Wat betekenen deze woorden uit de liedtekst?

Slide 28 - Diapositive

Vas-y
A
Ga je gang
B
Niet doen!
C
Laat me

Slide 29 - Quiz

J'avoue
A
Ik geef over
B
Ik ga weg
C
Ik geef toe
D
Ik wil niet

Slide 30 - Quiz

folle
A
nieuw
B
raar
C
leuk
D
gek

Slide 31 - Quiz

Waar gaat het liedje over volgens jou?

Slide 32 - Question ouverte

Naar de passé composé
Schrijf op de stippenlijn de passé composé van het werkwerwoord voor de pijl. Het onderwerp blijft hetzelfde
Gebruik grammatica D en pg.167 om antwoord te geven
timer
7:00

Slide 33 - Diapositive

tu penses

Slide 34 - Question ouverte

Je dérange

Slide 35 - Question ouverte

J'aime

Slide 36 - Question ouverte

Je rejoue

Slide 37 - Question ouverte

elle recommence

Slide 38 - Question ouverte

Tu etends

Slide 39 - Question ouverte

on fait

Slide 40 - Question ouverte

Je prends

Slide 41 - Question ouverte

J'attends

Slide 42 - Question ouverte

Ik heb het leerdoel behaald
Ja
nee

Slide 43 - Sondage