2AH persoonlijk voornaamwoord in 1e, 3e en 4e

Persoonlijk voornaamwoord
in 1e, 3e en 4e naamval
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijk voornaamwoord
in 1e, 3e en 4e naamval

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer? Schrijf het hele rijtje op (voorbeeld: ich-mir-mich)

Slide 2 - Question ouverte

Schrijf de voorzetsels die bij de 4e naamval horen op. Eerst in het NL, dan in het Duits (voorbeeld door-durch)

Slide 3 - Question ouverte

Weet je niet meer hoe het zit?
kijk dan via je licentie naar het filmpje bij het theorie overzicht (of in je boek auf Seite 61 und 62)

Magister -> leermiddelen -> Neue Kontakte 7e editie (maakt niet uit welke van de vele, als het maar de 7e is) -> klik op je klas -> K7 -> rechts staat theorie overzicht

Slide 4 - Diapositive

Ich spiele ....... (tegen hem)
A
gegen er
B
gegen ihm
C
gegen ihn

Slide 5 - Quiz

......... (door hen) wird mein Zimmer gemütlich
A
durch sie
B
durch ihnen

Slide 6 - Quiz

....... (voor wie) ist der Spiegel?
A
für wer
B
für wen
C
für wem

Slide 7 - Quiz

......... (zonder jou) möchte ich hier nicht wohnen.
A
ohne du
B
ohne dir
C
ohne dich

Slide 8 - Quiz

Ich liebe meine Katze und kümmere mich gern ......... (om haar)
A
um Sie
B
um Ihnen
C
um ihnen
D
um sie

Slide 9 - Quiz

Der Sturm kommt nicht ........ (tot jullie)
A
bis ihr
B
bis euch

Slide 10 - Quiz

Nu ga je zelf invullen

Slide 11 - Diapositive

Ist das Buch ...... (voor ons)?

Slide 12 - Question ouverte

Haben Sie einen Stuhl ......... (voor mij)

Slide 13 - Question ouverte

Der Bauernhof ist so leer ...... (zonder haar)

Slide 14 - Question ouverte

........ (tegen wie) spielt die Mannschaft?

Slide 15 - Question ouverte

......... (door jullie) habe ich die Prüfung geschafft

Slide 16 - Question ouverte

Es geht nicht ........ (om jou), sondern ....... (om mij)

Slide 17 - Question ouverte

Hoe ging het invullen? Had je je boek nodig of kende je het al?

Slide 18 - Question ouverte

Wil je meer van deze oefeningen?

Slide 19 - Question ouverte