LES 2 Doelgroepen zorgboerderij (hfst 1)

• groene zorg
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Les 2 Doelgroepen zorgboerderij

Welke doelgroepen kom je op een zorgboerderij tegen?

Leerdoelen

• Je kunt verschillende doelgroepen benoemen
• Je kunt kort uitleggen wat autisme inhoud
• Je kunt kort uitleggen wat syndroom van down inhoud
• Je kunt kort uitleggen wat niet aangeboren hersenletsel inhoud
• Je kunt kort uitleggen welke begeleiding je hierop moet inzetten

Autistisch Spectrum Stoornis

• voorbeelden zijn:

1. PDD-NOS
2. Asperge
3. ADHD
4. Klassiek  autisme

Op welke manier zou je iemand met autisme begeleiden?

ADHD

• Prikkel gevoelig
• Hyperactief
• Concentratie problemen
• Impulsiviteit (zonder nadenken iets doen/zeggen)
• Laag zelfbeeld

syndroom van down

• Aangeboren chromosoom (nr 21) afwijking 
• Scheve’ ogen
• Kleinere oren
• Kleinere neus 
• Langere tong
• Kortere ledematen
• Instabiele wervelkolom
• Langzame ontwikkeling

Op welke manier zou je iemand met het syndroom van down begeleiden?

niet aangeboren hersenletsel

• Beroerte, herseninfarct (afsluiting bloedvat)
• infectie
• gezwel/tumor
• vergiftiging/intoxicatie (drugs, alcohol)
• zuurstofgebrek (hypoxie/anoxie), ten gevolge van
• epilepsie
• waterhoofd/hydrocephalus
• stofwisselingsaandoeningen

Kenmerken niet aangeboren hersenletsel

• moeite met bewegen of verlamming.
  
• moeite met praten of begrijpen van taal.
• problemen met plannen.
  
• oriëntatieproblemen.
  
• vergeetachtigheid.
  
• moeite met concentreren.
  
• problemen met waarnemen (bijv. het niet
  herkennen van gezichten of voorwerpen)
  
• overprikkeling

Op welke manier zou je iemand met een niet aangeboren hersenletsel begeleiden?

Project; Je eigen zorgboerderij

Kies nu zelf een doelgroep die jij op je eigen zorgboerderij zou willen begeleiden. Maak een powerpoint en verwerk hierin de volgende punten. 

1. Kenmerken van de gekozen doelgroep
2. Bijpassend filmpje waar de doelgroep in beeld gebracht wordt
3. Beschrijf op welke manier jij deze doelgroep het beste kan begeleiden.
4. Sla de powerpoint op zodat je de volgende lessen hier verder aan kunt werken.