Week 2 - Les 3


Week 2 - Lesson 3
Periode 2
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Week 2 - Lesson 3
Periode 2

Slide 1 - Diapositive

Planning
Lesdoelen: beheersen Will vs Be Going To, beheersen §3.2

1) Overhoren woorden §3.2
2) Uitleg Will vs Be Going To
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken Test Jezelf §3.2
5) Woorden leren / Oefenen op slimleren

Slide 2 - Diapositive

Woorden §3.2
1) Maak het werkblad: gebruik de hints en de gegeven letters om de juiste woorden te maken

2) Wanneer je klaar bent ga je de woorden van §3.2 nogmaals leren

3) Werk in stilte tot de timer op 0:00 staat
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Planning
Lesdoelen: beheersen Will vs Be Going To, beheersen §3.2

1) Overhoren woorden §3.2
2) Uitleg Will vs Be Going To
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken Test Jezelf §3.2
5) Woorden leren / Oefenen op slimleren

Slide 4 - Diapositive

Will + hele werkwoord
1. Om een toekomstige voorspelling te maken zonder bewijs
I think it will rain tomorrow.
2. Om een beslissing op het moment van spreken te maken
Don't get up, I will open the door.
3. Om iets te beloven of verzoeken
Will you help me? 
Yes, I promise I will help you tomorrow.

+) Will + hele werkwoord
-) will not / won't + hele werkwoord
?) Will + onderwerp + hele werkwoord

Slide 5 - Diapositive

Shall
Je gebruikt het woord shall om een voorstel te doen vanuit de IK of WIJ persoon (alleen bij vraagzinnen)

Shall we go to the cinema today?
Shall I help you with your homework later?

Slide 6 - Diapositive

Be going to + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken met bewijs
Look at those clouds, it's going to rain
Trump isn't going to win the election, he's not popular enough.
2. Om te praten over toekomstige plannen
I am going to play Xbox with my friends later.
He is going to get a new job.

+) Am / Is / Are + going to + hele werkwoord

-) Am not / isn't / aren't + hele werkwoord

?) Am / Is / Are + onderwerp + hele werkwoord

Slide 7 - Diapositive

Will vs be going to
Je moet kunnen herkennen wanneer je welke vorm nodig hebt en hoe je deze toe moet passen.

Lees de zin altijd aandachtig voordat je het werkwoord invult.

Bedenk goed wat je wilt zeggen voordat je een zin maakt.

Slide 8 - Diapositive

I will help you tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 9 - Quiz

He will probably win the elections
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 10 - Quiz

Don't get up, I'll get the door for you
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 11 - Quiz

Will you let me know if I have higher than a 6.0 for my test?
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 12 - Quiz

I think it will rain tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 13 - Quiz

The weatherman says it's going to rain tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 14 - Quiz

What are you going to do for your birthday?
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 15 - Quiz

He's going to pass his exams, he studied for months!
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 16 - Quiz

I am going to meet my friends tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 17 - Quiz

Exercise 1
Complete the sentences
Type only the sentences between ‘  ’

Slide 18 - Diapositive

I am tired. ‘..........(I - to cook) dinner today?’

Slide 19 - Question ouverte

Are you free tomorrow?
- Sorry. ‘I.......... (to study) for the exam.’

Slide 20 - Question ouverte

She can't play with you.
‘She ......... (to have) a shower in a minute.’

Slide 21 - Question ouverte

What ............(you / to do) if you win the lottery?

Slide 22 - Question ouverte

I think I ......... (always / to love) that woman.

Slide 23 - Question ouverte

‘I...........(to buy) some food.’
Do you want to come with me?

Slide 24 - Question ouverte

Did you speak to Sara?
- Oh,no! I forgot!
‘I (to phone) her right now.’

Slide 25 - Question ouverte

‘I (to drink) some water.’ So could I have a glass please?

Slide 26 - Question ouverte

Look at those clouds! ‘it (to rain) soon.’

Slide 27 - Question ouverte

Planning
Lesdoelen: beheersen Will vs Be Going To, beheersen §3.2

1) Overhoren woorden §3.2
2) Uitleg Will vs Be Going To
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken Test Jezelf §3.2
5) Woorden leren / Oefenen op slimleren

Slide 28 - Diapositive

Homework
1Huiswerk volgende week:
1) Maken opdr 6 t/m 10 van §2.5
2) Maken Test Jezelf §2.5
3) Maken 1 t/m 10 van §3.2
4) Maken Test Jezelf van §3.2

Huiswerk volgende les:
1) Leren woorden §2.5

Slide 29 - Diapositive

Manchester (probably / to win) the match.

Slide 30 - Question ouverte