Slash-boeken

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welk boek heb je gelezen met een waargebeurd verhaal erin?

Welk boek ga je lezen?

OPDRACHT A – mening 

OPDRACHT B – achtergrondinformatie

1. Je zoekt twee bronnen (artikelen, filmpjes) bij het thema van jouw boek (mishandeling, zelfmoord, gameverslaving, drugscriminaliteit, balletacademie, gevolgen tsunami, ADHD, …)
   
2. Per bron beschrijf je
   

• waarom je deze gekozen hebt
  
• wat er in de bron te zien/lezen valt
  
• de verschillen en overeenkomsten met gebeurtenissen in jouw boek
  

Uit een artikel op nos.nl

[…]

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat ouders die slachtoffer zijn van huiselijk geweld zich soms ook schuldig maken aan kindermishandeling. Twaalf procent van de scholieren tussen 12 en 17 jaar die meededen aan het onderzoek werd vorig jaar thuis wel eens geslagen, er werd mee gedreigd, of ze waren getuige van geweldpleging tussen de ouders.

De onderzoekers verbinden daaraan de conclusie dat kindermishandeling op jongere leeftijd minstens even vaak voorkomt. In de praktijk blijkt het zo te zijn dat het mishandelen van kinderen afneemt naarmate de leeftijd stijgt.

https://nos.nl/artikel/2270731-huiselijk-geweld-en-kindermishandeling-nog-wijdverbreid.html

OPDRACHT C – de hoofdpersoon

1. Gesprek tussen personages            samenwerking
2. Portretfoto met korte toelichting

OPDRACHT D – creatieve verwerking

Kan wel janken,  

De straat was donker en verlaten,  

De kerk ruikt naar natte jassen,  

De regen slaat tegen de hoge ramen,  

Kan wel janken.  

Alles was donker, heel donker,  

Maar dan sluit de hand zich om mij heen,  

En toen werd het stil,  

Kan wel janken.   

Ik leek gevangen in mijn eigen lichaam,  

Het was net oorlog,  

Ik dacht dat ik gek was,  

Kan wel janken.  

Het regent, ben zo ongelukkig,  

Ik kan niet meer,  

Ben verdrietig en gekwetst,  

Kan wel janken. 

Voorbeeldgedicht bij een boek

Forms invullen

• Hoe ver ben je met Slash? 
• Wat maak je deze week?

• Link komt in de chat
• Tijd: 5 minuten
  
• Daarna: klassikaal werkwoorden (10 minuten)

Werkwoordspelling

• niveau 1 afgerond
• volgende week niveau 2

• nu: instaptoets en workshop

1. Wat voor ei ... je uit in die broedmachine? (broeden)
2. De prinses heeft alles wat haar hartje ... (begeren)
3. Ik heb dat vakantiehuisje contant ... (betalen)
4. Zij kan geen geheimen bewaren; ze ... altijd alles. (verraden)

5. Je bent de planten vergeten en nu zijn ze ... (verdrogen)
6. Vroeger ... slagers de dieren zelf. (slachten)
7. Het gebeurt niet vaak dat hij de kamer ... (verhuren)
8. Op goed ... grond wil alles goed groeien. (bemesten)

En nu?

• Meer dan twee fout? Volg de workshop.
• Weektaak: spelling les 7 + een opdracht van Slash