Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 7: eten! 7.1 - 7.4
Slide 1 - Diapositive
Voedingstoffen?
Slide 2 - Carte mentale
Voedingsstoffen
Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen
Slide 3 - Diapositive
Welke 3 functies hebben voedingstoffen?
.
Energijrijke stoffen: Koolhydraten en vetten
Beschermende stoffen: vitaminen en mineralen
Bouwstoffen: Water, eiwitten, vetten en mineralen
Slide 4 - Diapositive
Wat is de functie van bouwstoffen?
A
voor beweging en voor warm houden
B
zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft
C
groei, opbouw en herstel van het lichaam
Slide 5 - Quiz
Wat is de functie van brandstoffen?
A
voor beweging en voor warm houden
B
zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft
C
groei, opbouw en herstel van het lichaam
Slide 6 - Quiz
Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
Vitaminen en mineralen
B
Eiwitten, vetten, mineralen en water
C
Koolhydraten en vetten
Slide 7 - Quiz
Eetgewoonte
Afhankelijk van:
Voorkeur
Geloof
Land waar je vandaan komt of woont
Slide 8 - Diapositive
Schijf van vijf
Slide 9 - Diapositive
Waardoor bederft voedsel?
Slide 10 - Question ouverte
Voedsel conserveren
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel energie heb je nodig?
Hoeveel energie je nodig heb hangt af van:
Activiteit
leeftijd
geslacht
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van:
Slide 13 - Question ouverte
Hartinfarct
Gaatje/cariës
Slide 14 - Diapositive
Waarom heb je bouwstoffen nodig?
-Cellen sterven af en worden vervangen
-Cellen beschadigen (denk aan een snee of inwendige bloeding)
-Waterverlies (je cellen bestaan voor een groot gedeelte uit water)
Slide 15 - Diapositive
Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
koolhydraten
Slide 16 - Quiz
Welke voedingsstoffen zitten voornamelijk in brood
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Mineralen
Slide 17 - Quiz
En in een appel
A
Eiwitten
B
Mineralen
C
Vitaminen
D
Vetten
Slide 18 - Quiz
En in een spare-rib?
A
Koolhydraten
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
Vitaminen
Slide 19 - Quiz
En in een olijfolie?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Mineralen
D
Vitaminen
Slide 20 - Quiz
gebreksziekte: gebrek aan:
scheurbuik vitamine C
Slide 21 - Diapositive
Wat zijn enzymen en wat doen ze?
Slide 22 - Question ouverte
VERTERING
Slide 23 - Diapositive
slikken
Slide 24 - Diapositive
Verteringsstelsel
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Waar neem je het verteerde voedsel op?
A
Maag
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Blinde darm
Slide 27 - Quiz
Hoe lang is de dunne darm?
A
1 meter
B
5 meter
C
6 meter
D
8 meter
Slide 28 - Quiz
Waarvoor hebben we de 'darmflora' nodig?
A
Voor de afbraak van eiwitten en suikers
B
Voor de afbraak van granen
C
Voor de afbraak van cellulose
D
Voor de afbraak van vlees
Slide 29 - Quiz
In de afbeelding zie je een schematische tekening van het verteringsstelsel. De delen van het verteringsstelsel zijn aangeven met nummers. Hieronder zie je beschrijvingen van de delen van het verteringsstelsel. Sleep de nummers naar de juiste beschrijving.
produceert gal
produceert speeksel
slaat gal tijdelijk op
sluit de maag af
vermengt gal en alvleessap met de voedselbrij
verplaatst voedsel van de keelholte naar de maag
1
2
3
4
5
6
Slide 30 - Question de remorquage
Wat is de functie van alvleessap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten
Slide 31 - Quiz
Wat is verteren?
A
Zorgen voor zuurstof in het lichaam
B
Het groter maken van voedsel
C
Het kleiner maken van voedsel
D
Het pompen van je hart
Slide 32 - Quiz
Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
Voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
B
Het vocht wordt terug opgenomen in het bloed
C
Voedselresten worden opgeslagen tot je naar het toilet moet
D
Gisting en rotting van de darminhoud
Slide 33 - Quiz
Iemand heeft diarree. Welk orgaan werkt dan niet goed