4.6.1 A Nationalisme in Europa

Nationalisme en imperialisme. De tijd van burgers en stoommachines.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nationalisme en imperialisme. De tijd van burgers en stoommachines.

Slide 1 - Diapositive

Je weet hoe de Europese kaart er na de Napoleontische tijd uit zag.

Je kunt de vijf grote mogendheden benoemen.

Je kent voorbeelden van veelvolkerenstaten en binnenlandse problemen.

Je kent het begrip nationalisme en kunt voorbeelden noemen.

Slide 2 - Diapositive

Opdracht: 
Zoek een Europese kaart van Europa in 19e eeuw (na Napoleontische tijd)
- Schrijf de zes grote mogendheden op
- Noteer drie veelvolkerenstaten.

Slide 3 - Diapositive

Europa 1850

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke vijf grootmachten herken je?

Slide 6 - Question ouverte

Welke drie veelvolkerenstaten herken je?

Slide 7 - Question ouverte

Twee voorbeelden van veelvolkerenstaten
( Er woonden meerdere verschillende volken in 1 land)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn de problemen van deze veelvolkerenstaten?
1. Er leefden veel verschillende volkeren in 1 land. (verschillende talen,culturele gewoontes etc.)
2Veel volkeren voelden zich achtergesteld door de machthebbers. (In Oostenrijk-Hongarije bijv. door de Oostenrijkers).
Achtergestelde volkeren streefden naar een eigen staat, waar hun eigen volk de baas was. (een natiestaat)

Slide 12 - Diapositive

19e eeuw:nationalisme groeit
In Europa groeide het nationalisme.Je voelde een sterke liefde voor je eigen volk en je de cultuur en geschiedenis van jouw volk.

Slide 13 - Diapositive

Wat kan het nationalisme versterken?

Slide 14 - Carte mentale

Wat is/zijn voordelen van het nationalisme?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een nadeel aan nationalisme?

Slide 16 - Question ouverte

1830: Belgische Opstand. 
De Belgen voelden zich niet verbonden met Nederland en scheidden zich af. 

Slide 17 - Diapositive

Duitsland in 19e bestond uit allerlei verschillende koninkrijkjes en vorstendommen

Slide 18 - Diapositive

Pruisen was het grootste en machtigste Duitse koninkrijk.





Otto von Bismarck was de belangrijkste minister van Pruisen. 

Slide 19 - Diapositive

In de verschillende Duitse staten kregen liberalen steeds meer invloed.

Ze waren tegen de macht en de koning/adel. 
En
Ze waren voor Duitse eenwording (nationalisme)


Slide 20 - Diapositive

Bismarck wilde dit ook. Maar niet door liberale invloed,maar door oorlog. 

Slide 21 - Diapositive

In Frankrijk regeerde keizer Napoleon III. 

Hij wilde een net zo'n  groot Frankrijk als de grote Napoleon Bonaparte.




Een oorlog met Pruisen zou uitstekend uitkomen!

Slide 22 - Diapositive

1870-1871: Frans-Duitse oorlog
Nationalisme groeit. Duitse staten werken samen olv Pruisen. 

Het was een bloedige oorlog. Dankzij industralisatie zijn wapens dodelijker. 



Slide 23 - Diapositive

Duitsland viert overwinnig door eenheid uit te roepen.

Duitse keizerrijk

Slide 24 - Diapositive

Een groot Duitsland zorgt voor nieuwe spanningen. 

Frankrijk wil wraak en op de Balkan blijft nationalistische onrust.

In 20ste eeuw breekt daardoor de gruwelijke Eerste Wereldoorlog uit.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo