Les 8 HV1A --> Thema 6 basisstof 7: Gedrag (2)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Inhoud

1. Bekijk video's over alcohol

2. Beantwoord de digitale vragen

3. Huiswerk

Leerdoelen

1. Je weet van een aantal stoffen (zoals verdovende middelen) dat ze je gedrag kunnen beïnvloeden

2. Je kunt benoemen welke directe effecten alcohol heeft op het menselijk lichaam

3. Je kunt benoemen welke effecten langdurig/regelmatig alcoholgebruik heeft op het menselijk lichaam

Wat weet je al over alcoholgebruik?
(meerdere antwoorden invoeren)

0

0

Welke stelling is juist?

1. Geestelijk afhankelijk van alcohol: je lichaam vraagt erom
2. Lichamelijk afhankelijk van alcohol: je lichaam kan niet zonder functioneren
3. Lichamelijk afhankelijk van alcohol: je moet er steeds aan denken

Waar wordt de meeste alcohol opgenomen in je bloed?

1. mond
2. dunne darm
3. dikke darm
4. maag

Van te veel alcohol kan je in coma raken.

1. Ja
2. Nee

Wat is bingedrinken?

1. Samen met vrienden veel drinken op een avond
2. Als je op een avond meer dan 10 glazen drinkt
3. Als je binnen 10 min. 4 tot 6 drankjes drinkt
4. Als je binnen 10 min. 2 tot 4 drankjes drinkt

Hoelang duurt het ongeveer voordat een glas alcohol is afgebroken door je lever?

1. een half uur
2. 1 uur
3. anderhalf uur
4. een kwartier

Alcohol wordt door het bloed vervoerd, door:

1. De rode bloedcellen
2. Door de witte bloedcellen
3. Door de bloedplaatjes
4. Door het bloedplasma

Alcohol heeft invloed op:

1. alleen de grote hersenen
2. alleen de kleine hersenen
3. zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
4. niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Welke stelling is juist?

1. Alcohol versterkt je gevoelens
2. De hoeveelheid alcohol in je bloed wordt uitgedrukt in procenten
3. Veel alcohol drinken veroorzaakt schade aan de longen
4. Zuivere alcohol heeft een heldere lichtgele kleur

Welke voordelen van alcohol zou je kunnen noemen?

Groepsdruk komt veel voor bij het drinken van alcohol. Lichte groepsdruk is b.v. als iemand je vraagt of je ook een biertje wil. Kun je een voorbeeld noemen van zware druk?

Huiswerk

Lees: Basisstof 7 deel 2 (blz 75 t/m 77 tekstboek)

Maak: Opdracht 29 & 30 (blz 65 werkboek)