2.1 Stoffen en materialen

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.1 Stoffen en Stofeigenschappen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- Beginnen met Hoofdstuk 2 uit het boek
- Stoffen om ons heen
- Stoffen herkennen
- Veiligheids etiketten
- Vragen maken 


Blz. 32

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn stoffen?
Stof betekent: waarvan het gemaakt is: glas, nylon, hout, steen, enz.
Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp
kunt maken
blz. 32

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan herken je stoffen?
De eigenschappen van een stof zijn onveranderlijk.
  • Geur, smaak, kleur
  • Doorzichtigheid
  • Brandbaarheid
  • Giftigheid
  • Hardheid
  • Dichtheid
  • Fase
  • Kookpunt/smeltpunt, enz

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorwerpeigenschappen
De eigenschappen van voorwerpen kunnen veranderen. 
  • Vorm
  • Volume
  • Grootte
  • Massa

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen kunnen 2 manieren veranderen
Natuurkundige of Fysische verandering
Er vormt zich geen nieuwe stof.
Scheikundige of Chemische verandering
Er vormt zich een nieuwe stof

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase van een stof
Vast: een vaste vorm
Vloeistof: neemt de vorm aan van het vat waarin het zit
Gasvormig: geen vaste vorm

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn stoffen gevaarlijk?
Er zijn speciale pictogrammen (gevarensymbool) op flessen die wat zeggen over de stof. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen en Materialen
Stof betekent: waarvan het gemaakt is
Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp
kunt maken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk materiaal kies je?
Materialen zijn stoffen waarvan je voorwerpen kan maken. 
Hout, steen, metaal, glas, papier, textiel, leer, keramiek, rubber, klei. 
Voor het maken van een voorwerp kies je een materiaal waarvan de eigenschappen passen bij het gebruik. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Voordelen
licht
sterk
geleiden geen stroom en warmte
roesten niet
rotten niet
weinig onderhoud
goedkoop
kunnen in elke vorm gegoten worden


Nadelen
Het duurt tientallen jaren voordat ze afgebroken zijn
Bij verbranding kunnen giftige gassen vrijkomen
Wat is het voordeel van kunststoffen?
De grondstof voor kunststof is aardolie!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Wordt  zacht bij verwarmen (plastic flessen).
Smelt en kun je in een andere vorm gieten (recyclen).
Plastic. 
 

Wordt niet zacht bij verwarmen (stopcontact).
Je kunt het niet van vorm veranderen door ze te smelten. 
Thermoharders
Thermoplasten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metalen
Je herkent metalen aan hun glans en kleur. 
Metalen zijn: sterk, buigzaam, goed bewerken en smelten 
Worden gewonnen uit metaalerts. 
Hebben verschillende eigenschappen:
Koper: goede geleider
Aluminium: heel licht. 

Metalen kun je met elkaar mengen: LEGERING

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het (huis) werk. 
De volgende opdrachten zijn de opdrachten uit het boek. 
Dit is de laatste les dat deze in LessonUp staan. 

Werkboek A. Blz. 45

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de stoffen naar het juiste vakje
2
Stoffen
Geen stoffen
Cola
Weer
Geluk
Carton
Plastic
Liefde
cijfers
water
suiker
klimaat
elektriciteit
beton

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan voorwerpen en stoffen. Sleep het voorwerp bij de stof waarvan het kan worden gemaakt. 
3
Glas
Metaal
Hout
Keramiek
Kunststof

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stof?
4

Slide 18 - Question ouverte

Alles wat massa heeft, is een stof.
Schrijf een verschil en een overeenkomst tussen suiker en zout
5a

Slide 19 - Question ouverte

Verschil: smaak
Overeenkomst: zelfde fase: vast / geur / kleur 
Schrijf een verschil en een overeenkomst tussen drinkwater en cola
5b

Slide 20 - Question ouverte

Verschil: smaak, kleur
Overeenkomst: zelfde fase: vloeibaar / brandbaarheid / giftigheid
Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vakje
6
Stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
Geur
Kleur
Hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom massa geen stofeigenschap is
7

Slide 22 - Question ouverte

Aan de massa kun je een stof niet herkennen. Massa geeft alleen een hoeveelheid aan.
Een omschrijving van een stof. Schrijf hieronder om welke stof het volgens jou gaat.
8a

Slide 23 - Question ouverte

Suiker
Een omschrijving van een stof. Schrijf hieronder om welke stof het volgens jou gaat.
8b

Slide 24 - Question ouverte

Melk
Een omschrijving van een stof. Schrijf hieronder om welke stof het volgens jou gaat.
8c

Slide 25 - Question ouverte

Zuurstof
Water komt voor in drie verschillende fasen. Sleep elk weersverschijnsel naar de bijbehorende fase van het water. 
9
Vast
Gasvormig
Vloeibaar
regen
hagel
sneeuw
waterdamp
mist

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan kun je een stof herkennen?
10

Slide 27 - Question ouverte

Aan zijn stofeigenschappen
Teken de gevarensymbolen voor ontvlambaar en voor irriterend (boek blz 46). Maak foto's en zet deze hier neer

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer zijn stoffen gevaarlijk?
12

Slide 29 - Question ouverte

Stoffen zijn gevaarlijk als ze bijvoorbeeld licht ontvlambaar of giftig zijn.
Stoffen zijn pas echt gevaarlijk als je er niet goed mee omgaat.
Welke fouten maakt de leerling in de figuur hiernaast?
13

Slide 30 - Question ouverte

Drinkt tijdens practicum
Eet tijdens practicum
Beschermbril verkeerd op
Lang haar is los
De vlam is te hoog
Boterham op tafel
Bedenk een gevarensymbool dat waarschuwt voor: geen muziek - niet sms'en- niet rennen - niet eten. Teken de gevarensymbolen, maak een foto van je tekening en zet deze hier neer.
14

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan voor en nadelen van glas. Je gaat een drinkglas maken. Sleep de voordelen in het groene vak en de nadelen in het rode vak. 
15
Voordelen
Nadelen
Doorzichtig
Zwaar
Verkrijgbaar in elke vorm
Geleidt geen warmte of elektriciteit
Breekbaar
Kan tegen hoge temperaturen
Kan tegen bijtende stoffen

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt een nieuwe beker ontwerpen. Welk materiaal kies je?
16a

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op welke voordelen het materiaal heeft die je in de vorige vraag hebt gekozen.
16b

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 5 belangrijke materialen op en wat je er van kan maken.
17

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondstof voor kunststof is:
18a

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan verschillende stofeigenschappen. Sleep de eigenschappen die bij kunststof horen naar het groene vak. De andere sleep je naar het rode vak. 
18b
Kunststof
Geen kunststof
Goedkoop
Verschillende kleuren mogelijk
Biologisch afbreekbaar
Geleidt elektriciteit
Breekbaar
Vraagt weinig onderhoud
In water oplosbaar
Zeer hoog smeltpunt
Brandbaar
Roest niet

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voordelen van kunststoffen? Sleep deze in het groene vak. 
19
Voordelen
Brandbaar
Goed bestand tegen bijtende stoffen. 
Roesten niet
Breken niet snel
Geleiden geen elektriciteit
Verteren niet in de natuur

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kunststof kun je smelten en van vorm veranderen?
20

Slide 39 - Question ouverte

Thermoplast
Sleep van welk soort kunstof het voorwerp is gemaakt naar het juiste vakje 
21
Thermoplast
Thermoharder
Lichtschakelaar
Koffiebeker
Handvat van een soldeerbout
Frisdrankfles
Geodriehoek
Regenpijp

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschap van het metaal
Koperdraad bij elektriciteits kabel
colablikje
fietsbel
Verwarming
Geleidt elektriciteit
Gemakkelijk te vervormen
Glimt als het is gepoetst
Smelt bij hoge temperaturen
Geleidt warmte
Gaat niet snel stuk
Sleep de groene krulletjes naar de eigenschappen van het metaal dat je gebruikt bij voorwerpen. 
23

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mengsel van metalen heet ........
24

Slide 42 - Question ouverte

Legering

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions