H2 Spelling: -d/-t en stam van een werkwoord

H2 Spelling
-t of -d
De stam van een werkwoord
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingSecondary Education

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 Spelling
-t of -d
De stam van een werkwoord

Slide 1 - Diapositive

Type een woord die eindigt
op een -d of -t?

Slide 2 - Carte mentale

Hoor jij een verschil als het woord op een
-d, -t of -dt eindigt?

Slide 3 - Sondage

-t of -d
Veel woorden eindigen op een -t klank.
De -t klank schrijf je met een:
  • -t  wit
  • -d rood
  • -dt wordt

Slide 4 - Diapositive

Wat moet je doen ?
Verlengproef:
  • plak een -e / -en of -ig erachter
    wi_ --> witte
    olifan_ --> olifanten
    mach_--> machtig
    geslaag_ --> geslaagd
    lan_ --> landen
    aar_-->aardig

Slide 5 - Diapositive

voetbalvel....

Slide 6 - Sondage

overkan....

Slide 7 - Sondage

evenemen....

Slide 8 - Sondage

donkerroo....

Slide 9 - Sondage

produc....

Slide 10 - Sondage

wereldrecor....

Slide 11 - Sondage

gewich....

Slide 12 - Sondage

H1 Spelling
Hoofdletters en leestekens
Kies 5 woorden en maak een kort verhaal van 10 zinnen.
Je mag ook andere woorden gebruiken die eindigen op een -d of -t. 

- Gebruik de ik-vorm. 
- Gebruik hoofdletters en
   leestekens in jouw kort
   verhaal. 
Opdracht 1
  • fluit
  • hout
  • staart
  • voet
  • plant
  • munt
  • krijt
  • nest
  • straat
  • nacht
  • hoed
  • hoofd
  • hemd
  • paard
  • hond
  •  land
  • rood
  • bord
  • band
  • zebrapad

Slide 13 - Diapositive

H1 Spelling
Hoofdletters en leestekens
  1. Het is vroeg in de ochtend en ik hoor iemand fluiten. 
  2. Ik kijk in mijn tuin en zie Carlos staan. 
  3. Carlos is mijn beste vriend en wij gaan vandaag in de stad een hoed kopen.
  4. Ik ga snel naar buiten.
  5. Samen met Carlos loop ik naar de stad. 
  6. Onderweg zie ik een mooie zwarte hond.
  7. De hond beweegt zijn staart en kijkt mij aan.
  8. Ik probeer verder te lopen, maar telkens komt de hond terug.
  9. Carlos ziet dat de hond geen band heeft. 
  10. En zo heb ik nu een mooie hond, Bruno, gekregen in plaats van een hoed.
Voorbeeld Opdracht 1

Slide 14 - Diapositive

Wat is de stam van een
werkwoord?

Slide 15 - Carte mentale

kijken

Slide 16 - Sondage

Stam
maken
stam 
kijken
stam 
graven
stam 
blozen
stam
ontdekken
maak
mak
kijk
kijkk
grav
graav
graaf
bloz
blooz
bloos
ontdekk
ontdek

Slide 17 - Question de remorquage

H1 Spelling
Hoofdletters en leestekens
  • Hele werkwoord  -  EN                       vinden --> vind
     
  • klank behouden                                 maken --> maak

  • extra letter weghalen                        rennen --> ren
     
  • v --> f                                                     verven --> verf
     
  • z --> s                                                     verhuizen --> verhuis
Stam van een werkwoord

Slide 18 - Diapositive

Noteer de stam van:
geven

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de stam van:
fluisteren

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de stam van:
reizen / laten

Slide 21 - Question ouverte

Noteer de stam van:
blazen / blijven

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de stam van:
verliezen / houden

Slide 23 - Question ouverte

Noteer de stam van:
drijven / meten

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de stam van:
twitteren / verbinden

Slide 25 - Question ouverte

Wat heb jij vandaag geleerd?
Wat vond jij van de les?

Slide 26 - Carte mentale