Verbes -ER

Bienvenue la classe!
  1. On apprend les verbes en –er sur LessonUp  
  2. On répète les verbes avoir et faire
  3. Zinsvolgorde
  4. Enkele zinnetjes over de tablet
  5. Jullie gaan zelf aan de slag!


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue la classe!
  1. On apprend les verbes en –er sur LessonUp  
  2. On répète les verbes avoir et faire
  3. Zinsvolgorde
  4. Enkele zinnetjes over de tablet
  5. Jullie gaan zelf aan de slag!


Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
  Aan het einde van deze les kan ik de uitgangen van werkwoorden die eindigen op –ER benoemen en toepassen in korte zinnetjes. 

Slide 2 - Diapositive

En néerlandais
In het Nederlands vind je de stam van een werkwoord door het werkwoord in de ik-vorm te zetten:
Kijken - ik kijk, dus is kijk de stam
Jij kijkt, dus is t in dit geval de uitgang

Slide 3 - Diapositive

En français
Werkwoorden die eindigen op -er:

Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 4 - Diapositive

Wat is de stam van:
danser, nager?

Slide 5 - Question ouverte

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r

Slide 6 - Quiz

En stap 2 was....
Stam + uitgang

Slide 7 - Diapositive

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Chanter - habiter - regarder - écouter - danser - marcher

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 8 - Diapositive

Les verbes réguliers en -ER
Let op de uitspraak van de uitgangen!

Slide 9 - Diapositive

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 10 - Question de remorquage

Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 11 - Quiz

Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15

Slide 12 - Question ouverte

Regelmatige werkwoorden 
op -re
Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
s
s
-
ONS
EZ
ENT

Slide 13 - Question de remorquage

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 14 - Quiz

Pierre et Lisa (manger) une pomme.

Slide 15 - Question ouverte

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 16 - Question de remorquage

AVOIR ( = hebben)
AVOIR 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Zet in de goede zinsvolgorde.
Ik heb mijn telefoon gevonden.
timer
1:00
1
2
3
Je
J'ai
J'
trouve
trouvé
mon portable

Slide 19 - Question de remorquage

Zet in de goede zinsvolgorde.
Jij hebt televisie gekeken.
timer
1:00
1
2
3
tu
tu as
regardé
regarde
regardes
j'ai
la télé

Slide 20 - Question de remorquage

Schrijf: "Ik ben mijn tablet verloren" (gebruik eventueel je leerblad)

Slide 21 - Question ouverte

Maak een zin in het Frans waarin je schrijft: De tablet is zwart

Slide 22 - Question ouverte

Maak een zin waarin je schrijft: "Zij is oud"

Slide 23 - Question ouverte

Au travail!
Je kunt kiezen uit: 
- Oefeningen LessonUp Passé Composé of verbes -er
Ga naar klas 1ha / P4_Schrijfdossier

- Oefenen in Quizlet met Vocabulaire NE - FA / faire / avoir / verbes -er
GA IETS DOEN WAT JE NOG LASTIG VINDT

Slide 24 - Diapositive