GHA2 unit 1 lesson 4.1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Write down the homework in your planner.

 Read in your English reading book. 

No book? Write down words and translation pages 44/45. Hand in Thursday. 

HOMEWORK 

Wednesday 

Study words studybox page 44/45

study grammar all/ every/ each page 45

finish exercises 1- 6 page 22/ 25

Homework check

Today!

Welcome 5 min

Homework/ reading 10 min

Grammar 15 min

Assignments 15 min 

Homework 5 min 

lesson goals

After this lesson you: 

- know what is meant by skimming and scanning 

- know when to use the words all/ every/ each

Let's get started

Unit 1 - lesson 4

exercise 1

page 22

 Skimming and Scanning

• Wat zijn leesstrategieën
• Skimming and Scanning

Skimmen

Globaal lezen/ skimmen

• Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  
• Je let niet teveel op moeilijke woorden.
  
• Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
•  Kijk naar opvallende stukjes (plaatjes, titel etc.)
• Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
• Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 
  

Scannen

Zoekend lezen/ scannen

• Scannen: je zoekt naar specifiek bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. 
• De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.
• Hier let je dus wel op details

Let's practise

Do exercise 2 and 3

page 23

finished: start with exercise 4 

All->alle / allemaal

All students have got a laptop.

Na all komt altijd meervoud!

EVERY

elke / iedere / 3 of meer

(zonder uitzondering)

Every shop in town was closed.

I love every chocolate flavour!

Na every komt  enkelvoud

EACH

elke (afzonderlijk)

Each piece of pizza is different.

Na each komt enkelvoud

1. ____ (each/every/all) finger ____ (have) a ring on it. I like them all.

2. ____ (each/every/all) fingers ____ (point) towards the culprit.

3. I looked at my two brothers and said: “____ (each/every/all) of you ____

(be) to blame!”

4. He has a small tattoo on ____ (each/every/all) arm.

5. My sister plays the guitar ____ (each/every/all) day for fifteen minutes.

6. Bram was studying for his final exam ____ (each/every/all) day yesterday.

Practice 

all / every / each.

Do exercise 4 and 5

page 23 /24

finished: 

Do exercise 6 

Homework

Study words studybox page 44/45

study grammar all/ every/ each page 45

finish exercises 1- 6  page 22/ 25

Skim the text

Scanning

Answer the following questions on paper:

1. Op welke datum is het festival? 
2. Hoeveel kost een kaartje?
3. Welke twee manieren kun je gebruiken om meer informatie te krijgen?
4. Welke artiesten zijn te zien op het festival?

Homework

Study words page 42/43

Study expressions page 43/44

finish exercises 2,3,4 page 16/17/18