Taal thema 3, les 11

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal thema 3, les 11

Wie is er wel eens met het vliegtuig op vakantie geweest? Waar ging je naartoe?

vliegveld / reizen

de douane

het paspoort

de controle

Grenspolitie die controleert of mensen of spullen het land in of uit mogen.

Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruit ziet en waar je vandaan komt. Je neemt je paspoort altijd mee naar het buitenland

Kijken of iets in orde is

De grens over:

0

Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruitziet en waar je vandaan komt.

1. De douane
2. het paspoort
3. het rijbewijs
4. de controle

Grenspolitie die controleert of mensen of spullen het land in of uit mogen.

1. De douane
2. het paspoort
3. De politie
4. de controle

Kijken of iets in orde is.

1. bekijken
2. opzoeken
3. De politie
4. de controle

Welk woord hoort niet bij
grenzen

1. De controle
2. De douane
3. Het paspoort
4. Het vliegveld

De reisleider

Iemand die meereist met een groep mensen op vakantie en alles voor ze regelt.

Je ogen uit kijken

Als je je ogen uit kijkt, dan is er van alles te zien

het standbeeld

Een beeld van een persoon. Iemand kan een standbeeld krijgen als hij of zij iets bijzonders heeft gedaan.

Van welk belangrijke persoon heb jij wel eens een standbeeld gezien?

Je ogen uit kijken

Als je je ogen uit kijkt, dan is er van alles te zien

Divers / diverse

Verschillend / verschillende

Wanneer kijk jij je ogen uit

Wat zou jij doen?
als je tussen de wilde dieren zou lopen...

slenteren

kuieren

doorstappen

tevreden gevoel

Voldaan

De hoogste tijd

Het is echt tijd om iets te gaan doen.

Wanneer heb jij een voldaan gevoel?

Testje....

We gaan kijken hoe goed jullie de begrippen nu kennen....

De bus komt in de verte aanrijden, je bent nog niet bij de bushalte
Wat doe je?

1. Ik ga slenteren
2. Ik ga kuieren
3. Ik ga doorstappen

Je wilt de dierentuin rustig bekijken

1. Ik ga slenteren
2. Ik ga kuieren
3. Ik ga doorstappen

Wat is een ander woord voor:
Diverse

1. minder
2. verschillende
3. tevreden
4. optie

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Iemand die meereist met een groep mensen op vakantie en alles voor ze regelt.'

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Een beeld van een persoon'

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
'Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruitziet en waar je vandaan komt'

Wat doet de douane?

De controle

De hoogste tijd

voldaan

kuieren

je kijkt je ogen uit

Kijken of iets in orde is.

Echt tijd om iets te gaan doen.

Tevreden

Lopen

Er is van alles te zien.

Langzaam lopen.

Snel lopen

Een bewijs waarop staat wie je bent

Ik ken de begrippen

010

Ik vind het fijn dat ik tijdens de les actief mee kan doen op mijn chromebook.

010