Zugspitze Vok 30 + 32 + h/s/w + ww in vt
Vertaal: der Unterricht
A
het onderwerp
B
het onderwijs
C
het onderspit
D
het onrecht
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Vertaal: der Unterricht
A
het onderwerp
B
het onderwijs
C
het onderspit
D
het onrecht
Slide 1 - Quiz
Vertaal: schade
A
jammer
B
schade
C
schaduw
Slide 2 - Quiz
Vertaal: lustig
A
hongerig
B
aantrekkelijk
C
vrolijk
D
vriendelijk
Slide 3 - Quiz
Vertaal: fehlen
A
vele
B
ontbreken
C
missen
D
enkele
Slide 4 - Quiz
Vertaal: umsonst
A
anders
B
want
C
duur
D
gratis
Slide 5 - Quiz
Vertaal: de maanden
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: opbellen
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: het rapport
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: eventjes, eens
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal: het potlood
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: In de pauze leer jij het natuurkundeproefwerk.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: De spoedarts plant overmorgen een afspraak met een bekende in een tweepersoonskamer.
Slide 12 - Question ouverte
Wiederholung
haben, vt
sein, vt
werden, vt
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie / Sie
du
er/sie/es
wir
ihr
sie / Sie
habe
hattest
wurden
war
wart
wurde
bist
werdet
werdet
wurdet
hatte
warst
waren
wurdest
hatten
hattet
Slide 13 - Question de remorquage
Richtig oder falsch:
Gestern würde meine Tochter 23 Jahre alt.
Gestern würde meine Tochter 23 Jahre alt.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 14 - Quiz
Richtig oder falsch: Ihr würdet mir dabei sehr helfen.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 15 - Quiz
Richtig oder falsch: Das wurde ich nicht tun.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 16 - Quiz
Vertaal: jullie hadden
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal: U zou
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal: jij was
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal: het werd
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal: U zou
