48-1 t/m 4: Tekstdoelen en tekstsoorten, werken aan presentatie en lezen

Welkom!!!
Neem jouw huiswerk voor je (blz.26). Leg je boek en schrift open neer op tafel.
Ga dan lezen in je leesboek.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!!!
Neem jouw huiswerk voor je (blz.26). Leg je boek en schrift open neer op tafel.
Ga dan lezen in je leesboek.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
- Leesles
- Leesvaardigheid: lees de groene theorie op blz. 26 door.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les ken je het verschil tussen de tekstdoelen (amuseren, informeren/instrueren/overtuigen/activeren).

Slide 3 - Diapositive

Tekstdoelen
  • Informeren;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren;
  • Instrueren.

Slide 4 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Slide 5 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver.
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 6 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 7 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.

Slide 8 - Diapositive

Instrueren
  • Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  • Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 11 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 13 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 14 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 15 - Quiz

Maken/huiswerk
Blz. 26: opdracht 1 t/m 3
Klaar: lezen.

Slide 16 - Diapositive

Lesdoel bereikt?
Ken je het verschil tussen de tekstdoelen (amuseren, informeren/instrueren/overtuigen/activeren)?

Slide 17 - Diapositive

Welkom!!!
Werk verder aan blz. 26: opdracht 1 t/m 3.
Klaar? Lezen en/of werken aan de presentatie. 

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les ken je het verschil tussen de tekstdoelen (amuseren, informeren/instrueren/overtuigen/activeren).

Slide 19 - Diapositive

Vandaag
Blz. 28 opdracht 4 en 5.
Daarna: lezen in je leesboek.

Slide 20 - Diapositive

Lesdoel bereikt?
Ken je het verschil tussen de tekstdoelen (amuseren, informeren/instrueren/overtuigen/activeren)?

Slide 21 - Diapositive

Welkom!!!
Neem jouw huiswerk voor je. Leg je boek en schrift open neer op tafel.
Ga dan lezen in je leesboek.

Slide 22 - Diapositive

Vandaag
Verder werken aan de presentatie.
Ook: lezen in je leesboek.

Slide 23 - Diapositive