Leesvaardigheidstrainging - lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Leesvaardigheidstraining

Today

• Hoe ziet een cito toets eruit? 
• Hoe kun je jezelf voorbereiden? 
• Waar bestaan de teksten uit? 
• Vragen die je hebt?

Maak aantekeningen. Deze aantekeningen kunnen handig zijn tijdens een cito toets.  

Ben ik zelfverzekerd over mijn reading skills?

Yes, definitely

I feel kind of confident

No, not really

No, not at all. Help me.PLEASE

Waar bestaat een tekst uit? 

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk om te kijken naar de verschillende vragen die je kan krijgen tijdens een cito toets. 

Je ziet vier verschillende soorten vragen: 

1. Introductie van het onderwerp

2. Redenen voor of tegen

3. Expert vragen

4. Voorbeelden

1. Introductie van het onderwerp

• In een tekst wordt het onderwerp vaak geïntroduceerd in de eerste alinea. 
•  Cito stelt vaak vragen over het onderwerp 
• Kijk goed naar de verschilende vragen die ze stellen want ze kunnen op drie verschillende manieren gecategoriseerd worden. 

1. Introductie van het onderwerp

 Vraag: Wat is de kern van alinea 1?

Antwoord: link met titel + plaatje

Wat zegt de titel en het plaatje jou? 

Het goede antwoord is 'C'

Want er staat 'spare', waarvan je misschien weet of aan hoe je het schrijft af kunt lezen dat het 'spaar' betekent. 'Wily' moet je misschien opzoeken, maar betekent 'sluw'. Dit is geen heel negatieve manier om een dier aan te duiden, dus daar kun je al uit halen dat de schrijver niet heel negatief is over de dieren. 

Let's do another one of these

Kijk even goed naar wat er echt in de tekst wordt gezegd

What's the correct answer?

A

B

C

D

E

The correct answer is C 

But why?

1. Introduction of the topic

Okay, now we've looked at the simple question 'wat is de kern van alinea 1'.

That is one of the three possible questions you get in the beginning of a text. 

The other two options are: 

- Wat wordt er gezegd over ....? 

-Open vraag

Wat wordt er gezegd over ...?

Let op! CITO helpt je hier altijd op weg. De titel is in dit geval waarschijnlijk niet helemaal duidelijk en daarom geven ze je informatie in het gedeelte waarin ze zeggen 'over ...'. 

Let's look at an example

Cito geeft je de volgende informatie: alinea 1 gaat over vegetarisme en trekt daar een conclusie. 

Let's look at an example

The correct answer is: C

A: er worden geen schadelijke gevolgen van vegetarier zijn genoemd 

B: Niet genoemd en geen conlusie.

D: Het is niet de reden voor meer verkeer. Het wordt alleen gebruikt om een vergelijking te maken. 

Open vragen

Natuurlijk heeft CITO open vragen. Het is heel goed mogleijk dat de eerste vraag van de tekst een open vraag is. In dat geval zal CITO weer een hoop boeiende informatie geven.  Waarom zijn er van deze soort vragen: omdat de titel moeilijk is. Wat gebruiken we om de vraag te beantwoorden: de titel, het plaatje en de informatie die je uit de vraag krijgt. 

Example

Je ziet dat de open vraag je best veel informatie geeft. Namelijk, dat de tekst gaat over het krimpen van de aantallen rode eekhoorns. Dat is belangrijke informatie die je zomaar cadeau krijgt. 

Example

Goede antwoord: een antwoord met de volgende strekking:

een (pokken)virus (dat wordt verspreid door grijze eekhoorns)

of

een besmettelijke ziekte

Another example

What information does the question give you? Answer in Dutch or English. whatever you prefer.

Another example

What is the correct answer?

What is the correct answer?

Transparancy

Reform

Recreation

Racism

Something else

To summarize

De eerste vraag van een toets is onder te verdelen in drie vragen: 

1. Wat is de kern van alinea 1? 

2. Wat wordt er gezegd over ...?

3. Open vraag

Wat doe je als je deze vragen tegenkomt? 

De 5 gulden regels om te slagen

1. Gij zult niet de illusie koesteren het examen feilloos te maken, noch zult gij zich hierover bezwaard voelen.
2. Gij zult met gepaste vlijt uw aantekeningen bestuderen en deze in de praktijk brengen.
3. Gij zult leren. 
4. Gij zult niet in paniek raken als er in uw examen een onbekende, nieuwe vraagsoort staat. Gij zult die vraagsoort simpelweg als een grote lijnvraag behandelen.  
5. Gij zult leip gaan op signaalwoorden.