Voorbereiding MO

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Programa y objetivos 

(voorbereiding mondeling)

-Startopdracht: Los números de 0-100 (5 min.)

- Herhaling: Los colores & basisregels (5 min.)

-  Tijd om vocabulario ropa/ kleding te leren. (10 min.)

- Je leert hoe je naar de prijs vraagt in het Spaans. (10 min.)

- Extra zinnen voor MO bespreken. (10 min.)

- HW 

In tweetallen: oefen de uitspraak van de getallen (3 minuten)

 (Ook in je TB p. 73 paragraaf 8) 

Noventa 

Diez

Sesenta

Ochenta

Cincuenta

Cuarenta

Treinta

Veinte 

Setenta

Cien

10 

20 

30

40

50

60

70

80

90

100

Oefening: Los números uitspreken

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.

amarillo

azul

negro

gris

rojo

verde

blanco

naranja

rosa

marrón

In het Spaans komt de kleur achter het kledingstuk? Welke zinnen zijn correct?

1. El amarillo vestido.
2. El vestido amarillo.
3. La camiseta roja.
4. La roja camiseta.

Welke zin is correct?

1. La falda verda.
2. La falda verde.

Welke zin is correct?

1. El sombrero azul.
2. El sombrero azulo.

Welke zin is correct?

1. La camisa grisa.
2. La camisa gris.

Welke zin is correct?

1. El bolso naranja. El bolso rosa. El bolso violeta.
2. El bolso naranjo. El bolso roso. El bolso violeto.

 Vocabulalrio voor de MO: 

La ropa/ de kleding

In tweetallen: 

Leer/ overhoor de selectie van de kledingstukken 

WB p. 67

 (10 minuten).

los calcetines

la gorra

la falda

el vestido

la camisa

las zapatillas

los vaqueros

el pantalón 

la camiseta

la chaqueta

el jersey

la camisa

la camiseta

los vaqueros

Let op! De spijkerbroek = los vaqueros. 

In het Spaans is dat meervoud. Als je er dus een bijvoeglijk

naamwoord bij zet moet dat ook in het ___________.

Voorbeeld: De blauwe spijkerbroek.

Los _____________  _______________.

Naar de prijs vragen

2 vormen:

¿Cuánto cuesta ……….…? = Wat kost………?

 ¿Cuánto cuestan………….? = Wat kost(en)…..?

Voorbeelden:

¿Cuánto cuesta esta camiseta? (Wat kost dit t-shirt?)

 La camiseta cuesta 40 euros.

 ¿Cuánto cuestan los zapatos azules? 

Hoeveel kosten de blauwe schoenen?

Let goed op!
Wanneer gebruik je cuesta en wanneer cuestan?

¿Cuánto cuesta(n)? Cuesta(n)...

€24,- 

€56,-

€17,-

€85,-

€38,-

las gafas de sol

los pantalones 

la falda

la camiseta

el jersey

¿Cuánto cuestan...

unos pantalones de Pull and Bear?

40, 95 euros

¿Cuánto cuesta...

un abrigo de Zara?

89, 90 euros

¿Cuánto cuestan...

unos calcetines de Hema?

4,95 euros

Los interrogativos

De vraagwoorden

Los interrogativos 

      Vragende voornaamwoorden

¿Qué?
¿Dónde?
¿Cómo?
¿Cuánto/a/os/as?
¿Quién?
¿Cuál?

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.

¿... están los probadores?

¿... cuesta?

¿... quieres comprar?

¿... le queda el jersey?

Dónde

Cuánto

Qué

Cómo

Frases extra: Hoe zeg je in het Spaans:
Wat wil je kopen?

1. ¿Qué quieres comer?
2. ¿Qué quieres comprar?

Frases extra: Hoe zeg je in het Spaans:
Welke maat heb je?

1. ¿Qué tipo tienes?
2. ¿Qué turno tienes?
3. ¿Qué talla tienes?

Frases extra: Hoe zeg je in het Spaans:
Waar zijn de paskamers?

1. ¿Dónde están los probadores?
2. ¿Dónde están los pendientes?
3. ¿Dónde están los primeros?

Frases extra: Hoe zeg je in het Spaans:
Wilt u pinnen of contant betalen?

1. Va a pagar con plástico o con monedas?
2. Va a pagar con tarjeta o en efectivo?
3. Va a pagar con tarjeta o a plazos?

Los deberes

Onthoud voor de mondeling:

de woordenschat van la ropa/ de kleding

WB p. 68 -> Blok 5.4

NL-> SP

voor vrij. 12 jan.

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

😒🙁😐🙂😃

Doelen behaald?

1. Benoem 1 kledingstuk.

2. Vertaal: La camiseta es roja, cuesta veinte euros.

3. Hoe vraag je in het Spaans: Wat kost het?

4. Vertaal: 40, 25, 14, 82

Más números

https://www.profedeele.es/actividad/gramatica/numeros-espanol-todos/

https://www.profedeele.es/actividad/gramatica/numeros-espanol-todos/

Los números

Vamos a ver un vídeo sobre los números​ 0-100.

Apunta la información utíl.

Escucha los números...

Números de teléfono

Noteer de telefoonnummers die je hoort. 

Je hoort ze 2 keer.