Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Después de la clase...
Je kan het meewerkend en lijdend voorwerp gebruiken in eenvoudige zinnen.
Je kent verschillende tijdsaanduidingen
Je kan aanwijzende voornaamwoorden gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
LessonUp
-Om lessen terug te kijken
Slide 5 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp in het Spaans?
A
Objeto indirecto
B
Pronombres personales
C
Preposiciones
D
Objeto directo
Slide 6 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp in het Spaans?
A
Objeto directo
B
Pronombres personales
C
Preposiciones
D
Objeto indirecto
Slide 7 - Quiz
Lijdend voorwerp/ objeto directo
Gramática
Wat is een lijdend voorwerp?
-Degene die/ datgene dat de werking van het gezegde ondergaat.
Julia koopt een nieuwe fiets (lijdend vw). Julia compra una bici nueva.
Slide 8 - Diapositive
Voornaamwoord als lijdend voorwerp (objeto directo)
Gramática
Je kan het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijke voornaamwoord.
Julia koopt een nieuwe fiets (lijdend vw). Julia compra una bici nueva.
Julia koopt het.
Julia la compra.
Slide 9 - Diapositive
¡A practicar!
1. Maria lee la revista.
2. Ayer compré flores.
3. Nosotros escuchamos música.
4. Los niños comen helado.
5. Ella pidió un café.
Noteer het objeto directo naast elke zin (lijdend vw) en ervang het door het juiste voornaamwoord.
Let op! De OD komt altijd voor de pv.
Slide 10 - Diapositive
Meewerkend voorwerp/ objeto indirecto
Gramática
Wat is een meewerkend voorwerp?
-Degene die iets ontvangt of iets verneemt. -Begint vaak met aan of voor / je kunt het in gedachten zetten. -Staat direct voor de persoonsvorm.
Ik geef het boek aan Maria (meewerkend vw).
Yo doy el libro a Maria.
Slide 11 - Diapositive
Voornaamwoord als meewerkend voorwerp (objeto indirecto)
Gramática
-Je kan het meewerkend voorwerp vervangen door een persoonlijke voornaamwoord.
Ik geef het boek aan Maria. Yo doy el libro a Maria.
Ik geef het boek aan haar.
Yo doy le doy el libro.
Slide 12 - Diapositive
Sleep de persoonlijke voornaamwoord naar de juiste objeto directo.
Él/ ella/ usted
Yo
Ellos/ ellas/ ustedes
Tú
Nosotros
Vosotros
Me
Te
Le
Nos
Os
Les
Slide 13 - Question de remorquage
¡A practicar!
1. María compra un regalo para su amigo.
2. El profesor da una lección a los estudiantes.
3. Pedro escribe una carta a su abuela.
4. Nosotros enviamos un paquete a nuestros amigos.
5. Ana cuenta una historia a sus hermanos.
Noteer het objeto indirecto naast elke zin (meewerkend vw) vervang het door het juiste voornaamwoord.
Slide 14 - Diapositive
Combinatie van vnw als meewerkend vw en lijdend vw
Gramática
-Meewerkend vw staat altijd voor het lijdend vw en le(s) verandert dan in se.
Ik geef het boek aan haar Selo doy. ("se" = meewerkend vw vnw voor "aan haar" en "lo" het lijdend vw vnw. voor "het boek".
Slide 15 - Diapositive
Tijdsduur
Gramática
Desde... tijdstip = vanaf/ sinds (specifieke beginpunt in de tijd)
Desde que... + werkwoord = sinds dat (gebeurtenis die vanaf een bepaald punt in de tijd plaatsvindt)
Desde hace... tijdsduur = al (hoe lang een bepaalde actie al bezig is)
Vivo en España desde 2018.
Ik woon in Spanje sinds 2018.
Isabel toca la guitarra desde que tiene seis años
Isabel speelt sinds haar zesde gitaar
Jaime y su novia viven juntos desde hace un mes
Jaime en zijn vriendin wonen al een maand samen.
Voorbeelden
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
¡A practicar!
Vul in.
Completa las frases con estas palabras.
desde, desde hace
a. Vivo en Madrid ____________________8 años.
b. Mis primos están de vacaciones ____________________ ayer.
c. Tenemos a la perrita ____________________ solo dos meses
d. ____________________ que voy al instituto en moto, estoy menos en forma.
e. Martina y yo nos conocemos ____________________ el año 2014.
f. ____________________ que voy a clase de guitarra, toco mucho mejor.
g. No veo a mis abuelos ____________________mucho.
h. Aprendo muchas palabras ____________________escucho música española
desde hace
desde
desde hace
desde
desde hace
desde
desde hace
desde que
Slide 18 - Diapositive
Aanwijzende voornaamwoorden = los demostrativos
Gramática
Wat is een aanwijzend vnw? -Wijst iets/ iemand aan -Het staat vóór datgene wat het aanwijst.
Is iets dichtbij?
Deze / dit
Of ver weg?
Dat / die
Let op!
In het Spaans moet je weer kijken naar:
-Mannelijk
=Vrouwelijk
-Enkelvoud
-Meervoud
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Slide 19 - Diapositive
Los demostrativos
Gramática
enkelvoud
Dit boek --> este libro (el libro)
Deze tafel --> esta mesa (la mesa)
meervoud
Deze boeken --> estos libros
Deze tafels --> estas mesas
Slide 20 - Diapositive
Los demostrativos
Gramática
Vul de juiste vorm van het aanw. vnw (dichTbij) in:
1. En ________ restaurante se come muy bien.
2. ¡ ________ postre me gusta mucho!
3. _________ platos son típicos de España.
4. ¿Os han gustado _________ tapas?
5. _______ copa es grande.
Slide 21 - Diapositive
Los demostrativos
Gramática
enkelvoud
Dat boek --> ese libro (el libro)
Die tafel --> esa mesa (la mesa)
meervoud
Die boeken --> esos libros
Die tafels --> esas mesas
Slide 22 - Diapositive
Los demostrativos
Gramática
Vul de juiste vorm van het aanw. vnw (ver weg) in:
1. ________ chico es mi amigo
2. ________ chicas son mis hermanas.
3. ¿Quieres ________ sopa?
4. ________ pan no me gusta.
5. _______ palabra es muy difícil.
Slide 23 - Diapositive
Lesdoelen ✔
Después de la clase... ✔Je kan het meewerkend en lijdend voorwerp gebruiken in eenvoudige zinnen. ✔Je kent verschillende tijdsaanduidingen ✔Je kan aanwijzende voornaamwoorden gebruiken.
Slide 24 - Diapositive
Wat heb je van
deze les geleerd?
Slide 25 - Question ouverte
Huiswerk
Los deberes para la próxima clase:
Maken: opdracht 10,11, 12 pagina 10/11 Leren: pagina 123
¿Qué me pongo? / Wat trek ik aan?
¿Me puedo probar esta camiseta?/ Kan ik dat t-shirt passen?