2. Gemiddelde snelheid

2. Gemiddelde snelheid
Ga rustig zitten op je plek.
Boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.
Pak je gemaakte huiswerk voor je, ik kom checken.
Pak papier voor je waarop je iets kan noteren / berekenen.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2. Gemiddelde snelheid
Ga rustig zitten op je plek.
Boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.
Pak je gemaakte huiswerk voor je, ik kom checken.
Pak papier voor je waarop je iets kan noteren / berekenen.

Slide 1 - Diapositive

Startopgave
Een auto legt een route van 25 kilometer af. In totaal doet de auto daar een half uur over.
a. Wat is de gemiddelde snelheid van de auto in kilometer per uur?
b. Wat is de gemiddelde snelheid van de auto in meters per seconde?
c. De auto rijdt met dezelfde gemiddelde snelheid nog twee uur door. Hoeveel extra afstand heeft hij nu afgelegd?

Klaar? Lees in je boek paragraaf 5.2 door.
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

De gemiddelde snelheid in kilometer per uur (alleen getal noteren):

Slide 3 - Question ouverte

De gemiddelde snelheid in meter per seconde (alleen getal, afronden op helen):

Slide 4 - Question ouverte

De extra afstand afgelegd na nog twee uur rijden (alleen getal noteren, in km):

Slide 5 - Question ouverte

Dit gaan we doen:
Alles direct goed?
Neem zelf de theorie van paragraaf 5.2 door. Maak opdracht 7 t/m 13.

Twee goed?
Doe het eerste deel mee. Maak daarna opdracht 4 t/m 9.

Minder goed?
Doe de hele uitleg mee. Maak daarna opdracht 1 t/m 6.

Slide 6 - Diapositive

Dit gaan we leren:
Je kan de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.

Je kunt omrekenen tussen kilometer per uur en meter per seconde.

Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp aflegt.

Slide 7 - Diapositive

Voor de gemiddelde snelheid bereken je hoeveel afstand iemand in een bepaalde tijd heeft afgelegd.

Je kan dat doen in aantal kilometers per uur, of aantal meters per seconde.

Slide 8 - Diapositive

Formule:
Gemiddelde snelheid =
afstand / tijd.

Is je afstand in kilometers en je tijd in uren, dan krijg je de gemiddelde snelheid in kilometer per uur.

Slide 9 - Diapositive

Wat was de gemiddelde snelheid van mevrouw in het sprintje van vorige week?


Bonusvraag: hoeveel spierpijn denken jullie dat mevrouw na dat sprintje heeft gehad?

Slide 10 - Diapositive

Afgelegde afstand: 40 meter.
Tijd: 8,63 seconden.
Formule:
Gem. snelheid = afstand / tijd
Gem. snelheid = 40 m / 8,63 sec.
Gem. snelheid = 4,6 meter per seconde.

Je eenheid is meter per seconde.

Slide 11 - Diapositive

Omrekenen tussen eenheden
1. km/u naar m/s.
Je deelt het getal door 3,6. Als iets 50 km/h gaat, dan is dat 13,9 m/s.

2. m/s naar km/u.
Je doet het getal keer 3,6. Als iets 12 m/s gaat, dan is dat 43 km/h.

Slide 12 - Diapositive

Een auto die 20 km/u gaat, gaat in meter per seconde:
A
4,5 m/s
B
5,5 m/s
C
6,5 m/s
D
7,5 m/s

Slide 13 - Quiz

Een fietser die 10 m/s gaat, gaat in kilometer per uur:
A
26 km/u
B
31 km/u
C
36 km/u
D
41 km/u

Slide 14 - Quiz

Femke Bol loopt 400 meter in 49,17 seconden.

Hoeveel meter per seconde is haar gemiddelde snelheid?

Slide 15 - Diapositive

Afstand = 400 meter
Tijd = 49,17 seconden
Formule:
Gemiddelde snelheid = afstand / tijd
= 400 / 49,17 = 8,1 m/s

Slide 16 - Diapositive

Je snelheid is 7,5 m/s. Hoeveel afstand leg je af in 5 seconden?
A
7,5 meter
B
37,5 meter
C
75 meter
D
375 meter

Slide 17 - Quiz

Dit hebben we geleerd:
De gemiddelde snelheid bereken je door afstand te delen door tijd.

Omrekenen van km/h naar m/s doe je door te delen door 3,6. Omrekenen van m/s naar km/h doe je door keer 3,6 te doen.

De afgelegde afstand bereken je door de gemiddelde snelheid keer de tijd te doen.

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!
Maak:
Als je de eerste vragen al goed had: 5.2, opdracht 7 t/m 13.
Als je de eerste vragen deels goed had; 5.2, opdracht 4 t/m 9.
Als je dit lastig vindt: 5.2, opdracht 1 t/m 6 en 9.
Hoe: in je boek. Gebruik de theorie!
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot einde les.
Klaar? In je online boek opgaven Test jezelf maken bij paragraaf 5.1 en 5.2.


Slide 19 - Diapositive