GS herh 1.3 en intro 1.4 TH 1

Oefentoetsje 1.3
Check hiermee of je de leerdoelen van 1.3 hebt gehaald
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoetsje 1.3
Check hiermee of je de leerdoelen van 1.3 hebt gehaald

Slide 1 - Diapositive

Met welke bouwwerken vereerden de boeren (3400-3200 v.C.) in Drenthe hun voorouders?

Slide 2 - Question ouverte

Met welk begrip noemen we 'leven na de dood'

Slide 3 - Question ouverte

Boeren geloofden dat achter ieder natuurverschijnsel een god zat. Hoe noemen we zo'n geloof?

Slide 4 - Question ouverte

Boeren deden dit 'omdat er veel dingen gebeurden die ze niet begrepen'. Dit is een:
A
vertelling
B
verklaring
C
verhaal
D
vergezocht

Slide 5 - Quiz

Omdat jager-verzamelaars geen vaste woonplaats hadden, was er weinig verschil in
A
aanzien
B
bezit
C
macht

Slide 6 - Quiz

Omdat de graven van jager-verzamelaars weinig van elkaar verschilden, was er weinig verschil in
A
aanzien
B
bezit
C
macht

Slide 7 - Quiz

Omdat jager-verzamelaars in kleine groepen leefden, was er weinig verschil in
A
aanzien
B
bezit
C
macht

Slide 8 - Quiz

Waarom werden de sociale verschillen bij de boeren groter?

Slide 9 - Question ouverte

Introductie 1.4
Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf

Slide 10 - Diapositive

Je kunt uitleggen waardoor het heel goed ging met de landbouw langs de Nijl.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 11 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe markten ontstonden in Egypte.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 12 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe steden ontstonden in Egypte.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 13 - Quiz

Je kunt uitleggen hoe Egypte één staat werd.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo