VLIJ 1.8 t/m 1.16

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom

3 HAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 1

Begroten voor iedereen

Programma

• Lesdoelen
• Herhaling 
• Theorie 
• Aan de slag
• Evaluatie

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

Kan ik een budgetlijn tekenen op basis van gegeven gegevens

Kan ik verschillende soorten uitgaven herkennen en categoriseren

 

Noem de twee soorten geld en geef hierbij een eigenschap

Chartaal geld

Giraal geld

Soorten inkomen

Zakgeld - Geld dat je krijgt zonder tegenprestatie

Salaris - Geld dat je krijgt door een tegenprestatie te leveren

Zwart werk - Een baan die niet geregistreerd staat bij de belastingdienst

Stel je hebt €10 euro te besteden. Een broodje kost €2,50 en een zakje snoep €2 euro.
Hoeveel broodjes kan ik maximaal kopen en hoeveel zakjes snoep kan ik maximaal kopen?

De budgetlijn

Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:

Verschuiving budgetlijn

Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.

Stel dat de prijs van 

snacks stijgt 

naar € 2,50. 

Dan wordt de nieuwe 

budgetlijn:

Verschuiving budgetlijn

Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.

Stel dat de prijs van 

snacks stijgt 

naar € 2,50. 

Dan wordt de nieuwe 

budgetlijn:

Wat doe jij om overzicht te behouden in je inkomsten en uitgaven?

Hoe organiseer ik mijn inkomsten en uitgaven?

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Kasboek -> Bijhouden wat je uitgaven zijn

Begroting -> Een overzicht van inkomsten en uitgaven

Sluitende begroting -> De begroting is in evenwicht. Inkomsten en uitgaven zijn gelijk. 

Soorten uitgaven

Dagelijkse uitgaven

Vaste lasten

Reserveringen

Noem voor elk soort uitgave twee voorbeelden.
Doe dit zo: dagelijkse uitgaven zijn ....
Reserveringen zijn....

Voor welke keuze sta jij elke dag?

www.nibud.nl

Keuzes maken

Elke dag moet je keuzes maken.

Welke kleren doe ik vandaag aan?

Wat ga ik in de kantine kopen?

Aan de slag

Maken -> 1.8 tot en met 1.16 (Huiswerk)!

Hoe? -> Rustig en overleggen mag! 

Hulp? -> Vinger de lucht in!

Klaar? -> Maken tot en met 1.20

5 minuten voor het einde sluiten we af

Volgende les 1.9 bespreken