startles H1: Jagers worden boeren

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H1: Jagers worden boeren

deze les:

•  account LessonUp
• starten met paragraaf 1.1: Sporen van de eerste mensen.
• uitleg: verschillende soorten bronnen.
• testje kennis toepassen.
• aan de slag met opdrachten uit het werkboek.

aan het einde van deze les:

• Kun je twee verklaringen noemen voor het ontstaan van de wereld en de eerste mensen.
• weet je wie Darwin was en wat zijn theorie over het ontstaan van de eerste mensen was.
• Kun je het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen uitleggen.
• Kun je het verschil tussen primaire en secundaire bronnen uitleggen.
• Kun je het verschil tussen prehistorie en historie uitleggen.

account LessonUp

schoolemail

wachtwoord zelf verzinnen

code (staat op het bord ) invullen.

start H1: Jagers worden boeren

Je leert dit hoofdstuk:

1. Hoe we aan informatie over de eerste mensen komen.

2. Hoe het leven van jager-verzamelaars eruitzag.

3. Wat de gevolgen van het ontstaan van de landbouw waren voor het leven van de mensen.

4. a. waardoor er in Mesopotamie goed georganiseerde steden ontstonden.

4b. Waardoor er in Egypte een goed georganiseerde staat ontstond.

5. Hoe het dagelijks leven van een egyptenaar eruitzag.

1.1: Sporen van de eerste mensen.

Hoe denk jij dat de eerste mensen ontstaan zijn?

Scheppingsverhaal 

Darwin

Denk je dat we ooit 100% zeker zullen weten hoe de aarde is ontstaan?

1. Ja
2. Nee

Historische bronnen:

Alles waardoor je iets te weten kan komen over de geschiedenis.

soorten bronnen:

• geschreven bronnen: bronnen die schrifttekens bevatten.
• Ongeschreven bronnen: bronnen die geen schrifttekens bevatten.
• primaire bronnen: bronnen die gemaakt zijn in de tijd waarover ze informatie geven.
• Secundaire bronnen: Bronnen die later gemaakt zijn dan de tijd waarover ze informatie geven.

Prehistorie en historie

prehistorie: periode voordat  mensen schrift kenden.

historie: periode vanaf de tijd dat mensen schrift kennen.

testje

kahoot.it

aan de slag:

lees de tekst van paragraaf 1.1 in je lesboek, maak daarna de volgende opdrachten uit het werkboek.

opdr: 1ab, 2, 5, 6. (vanaf blz. 11)