Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 3: De lever
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Vidéo
Leerdoelen
Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn de functies
van de lever?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
www.bioplek.org
Slide 7 - Lien
Bouw lever
Op hoekpunt elk leverlobje aftakkingen van poortader, leverslagader en galgang
Midden leverlobje aftakking van leverader
Slide 8 - Diapositive
De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnede.
Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).
In het midden zit de aftakking van de leverader
Bouw: Binas 82D
Slide 9 - Diapositive
Bouw van de lever
Slide 10 - Diapositive
biologiepagina.nl
Slide 11 - Lien
taken van de lever
afbraak van rode bloedcellen/hemoglobine -> bilirubine, ferritine en galzouten -> emulgerende werking op vetten
tijdelijke opslag van glucose uit bloed in glycogeen (o.i.v. insuline) en afgifte van glucose aan bloed (o.i.v. glucagon)
transaminering: essentiële aminozuren (uit voeding) kunnen worden omgezet in niet-essentiële aminozuren -> afb.36 op p.139
Slide 12 - Diapositive
taken van de lever (vervolg)
afbraak van aminozuren (bij overmaat of schade) tot ureum -> afb.37 p.139
synthese van plasma-eiwitten: albumine, globulinen, fibrinogeen, protrombine
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren
-> transaminering
Slide 18 - Diapositive
Eiwitstofwisseling
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.
Slide 19 - Diapositive
Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’).
De lever produceert verschillende plasma-eiwitten.
Slide 20 - Diapositive
Poortader
Bloedvaten van de darmwand naar de lever.
Vervoert voedingsstoffen naar de lever.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Leerdoelen
Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)
Slide 23 - Diapositive
www.marjoriedetox.nl
Slide 24 - Lien
Slide 25 - Vidéo
Aan de slag
Maken opdracht 26-31
en begrippenlijst BS 3
Slide 26 - Diapositive
welk van de genoemde bloedvaten is arm aan zuurstof en rijk aan voedingsstoffen?
A
leverslagader
B
leverader
C
poortader
D
maagader
Slide 27 - Quiz
alcohol wordt afgebroken door de lever (zie afb.39) ; hoe komt het dat alcohol dan toch je hersenen bereikt, waardoor je aangeschoten/dronken wordt?
Slide 28 - Question ouverte
waardoor maakt je lichaam meer ureum wanneer je koorts hebt?
Slide 29 - Question ouverte
welke twee belangrijke taken heeft cholesterol in ons lichaam?
Slide 30 - Question ouverte
pasgeboren baby's hebben regelmatig een gele huidskleur; waardoor wordt deze veroorzaakt?
Slide 31 - Question ouverte
bekijk afb.38 op p.140 hoe kunnen aminozuren, glycerol en vetzuren verwerkt worden in de stofwisseling?
Slide 32 - Question ouverte
De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen
Slide 33 - Quiz
Wat houdt transaminering in?
Slide 34 - Question ouverte
Welke stof kan NIET opgeslagen worden in de lever?
A
Vitamine D
B
glycogeen
C
bilirubine
D
ferritine
Slide 35 - Quiz
Van welke bloedvaten ontvangt de lever bloed? En welke 'uitgangen' heeft de lever?
Slide 36 - Question ouverte
Welke afvalstof wordt geproduceerd bij de desaminering van aminozuren?
A
cholesterol
B
ammoniak
C
ureum
D
koolstofdioxide
Slide 37 - Quiz
In deze delen van het verteringsstelsel komen verteringssappen bij de voedselbrij:
A
mond, slokdarm, maag
B
12-vingerige darm, dunne darm, dikke darm
C
mond, dunne darm, endeldarm
D
mond, maag, dunne darm
Slide 38 - Quiz
Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B
Slide 39 - Quiz
Lipase is een enzym. Wat is het substraat bij dit enzym?
A
vetten
B
gal
C
geëmulgeerde vetten
D
monoglyceriden, glycerol en vetzuren
Slide 40 - Quiz
De alvleesklier is een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 41 - Quiz
Als de lever teveel alcohol te verwerken krijgt, is er een grote kans op een leverbeschadiging. Welk proces in het darmkanaal kan minder goed verlopen als gevolg van een leverbeschadiging?
A
De darmperistaltiek.
B
De vertering van eiwitten.
C
De vertering van koolhydraten.
D
De vertering van de vetten.
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Diapositive
Bij langdurig overmatig alcoholgebruik neemt de lever in omvang toe. De leverfunctie neemt echter steeds verder af. Een van de symptomen bij een falende lever is een gelige huidskleur.
Welke van de volgende falende leverfuncties is een verklaring voor het ontstaan van deze gele kleur?
A
De lever kan minder afvalstoffen via de gal verwijderen.
B
De lever kan minder alcohol afbreken.
C
De lever kan minder aminozuren afbreken.
D
De lever kan minder glycogeen opslaan.
Slide 44 - Quiz
biologiepagina.nl
Slide 45 - Lien
Ik heb de leerdoelen van basisstof 3 onder de knie