schaal (1.3)

           Schaal  
--                                    We weten wat een schaallijn is.
                                        We kunnen rekenen met een schaalverdeling
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

           Schaal  
--                                    We weten wat een schaallijn is.
                                        We kunnen rekenen met een schaalverdeling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelregels schaal

1. Bedenk schaal is 1 op ??? (bijv. 1 : ???)
2. Meet hoeveel centimeter iets op het model is (bijv.  8 cm)
3. Bekijk hoeveel de schaal is (bijv.  1 : 200)
4. Reken om >>> ( 1 : 200 >>> 8 : (8 x 200) >>> 8 : 1600)
5. Doe dat in een (verhoudingstabel)
6. Maak er een handige maat van (bijv. 1600 cm = 16 m)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe groot is dit vliegtuig in werkelijkheid?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De modelauto is
A
25 cm
B
12 cm
C
3 cm
D
7,5 cm

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de schaal? (als werkelijkheid en model bekend zijn)

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe berekenen?
  • Afmeting Model bekend?
  • Schaal bekend?
  • Afmeting werkelijkheid = afmeting model x schaal 
  • Antwoord omzetten naar gevraagde eenheid.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe berekenen?
  • Afmeting werkelijkheid bekend?
  • Schaal bekend?
  • Afmeting model = afmeting werkelijkheid delen door schaal
  • Antwoord omzetten naar gevraagde eenheid.
Soms handiger om eerst werkelijkheid om te zetten naar gevraagde eenheid, en dan pas delen door schaal.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Let op! In de video zit een klein typfoutje. Bij de eerste stap van de verhoudingstabel waarmee de breedte van de WisWereld studio op schaal wordt berekend (vanaf 1 minuut 54), staat :2 in plaats van x2.
Voorbeeld
Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog. De schaal is 1 : 200.

Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?

5 x 200 = 1000 cm
1000 cm = 10 m


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken de schaal uit

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de schaal van de rode auto?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

berekening:  schaal 1 : 40
model
in cm
10
1
1
echt
in cm
400
?
40

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voetbalstadion heeft op een kaart een lengte van 3 cm, met een schaal van 1:1000. Wat is de echte lengte?
A
30 meter
B
3000 centimeter
C
3 meter
D
10 meter

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een basketbalveld is 30 meter lang, een plaatje is 5 centimeter. Wat is de schaal?
A
1:60
B
1:6
C
1:6000
D
1:600

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een fiets is in het echt 1,8 meter lang. Hoeveel centimeter is hij dan op een tekening? De schaal is 1:100
A
1,8
B
18
C
180
D
0,18

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zwembad is op een tekening 50 centimeter lang. De schaal is 1:400, hoeveel meter is het zwembad?
A
400
B
20000
C
200
D
100

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een parkeerplaats heeft in het echt een lengte van 1 dam. Wat is de schaal als de lengte op de tekening 5 cm is?
A
1:500
B
1:200
C
1:100
D
1:50

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu jullie: vliegtuig
Een modelvliegtuig is 140 cm
Een echt vliegtuig is 70 m.

Wat is de schaal?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de schaal waarmee
het model van deze boeing
is gemaakt.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

eerst meters omrekenen naar centimeters.
Dan kijken hoe 1 cm zich verhoudt tot het echt   1 : 50
model (cm)
140
1
echt (cm)
7000
?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe goed begrijp je "schaal"? Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 10
110

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions