Les 4 Verhoudingen & schaal 2020

Verhoudingen en schaal
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen en schaal

Slide 1 - Diapositive

Nog even oefenen...

Slide 2 - Diapositive

Kebab ongelukje
Cees met een K
6x naar het toilet in 38 minuten

Harrie met een Y 
 8x naar het toilet in 46 minuten

Wie heeft het langste op de pot gezeten

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
  • Je weet wat het begrip schaal inhoud
  • Je kunt m.b.v. een verhoudingstabel de schaal berekenen
  • Je kunt rekenen met lengtes en deze omrekenen

Slide 4 - Diapositive

Huiswerkcontrole


Af  t/m paragraaf 5.4

Slide 5 - Diapositive

Schaal of............
..............schaal

Slide 6 - Diapositive

      Wat is schaal


Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. 

Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 10 x 100 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.

Is de grootte van het schaalmodel gegeven, dan vermenigvuldigen we om de grootte van het werkelijke model te berekenen, zoals in het voorbeeld hierboven.
Is de eenheid van het werkelijke model gegeven, dan delen we om de eenheid van het schaalmodel te berekenen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vuistregels
Een schaal van 1 : 30 

betekent dat 

1 lengte-eenheid van het model 
in het echt 30x zo groot is.

Slide 9 - Diapositive

Oefening 1: Model vliegtuig
a. Een model vliegtuigje is 25 cm lang en 12 cm breed. 
De schaal is 1 : 80.

Wat zijn de maten van het echte vliegtuig?

Slide 10 - Diapositive

Oefening 1: Antwoord
a. Gegeven de schaal zijn de maten in het echt 80 keer groter dan de huidige afmetingen.

We vermenigvuldigen de afmetingen van het model met 80.

Lengte = 25 x 80 = 2.000 cm
Breedte = 12 x 80 = 960 cm

De maten van een echt vliegtuig worden waarschijnlijk niet in cm gegeven dus rekenen we dit nog om naar meter.

Lengte = 20 m
Breedte = 9,6 vliegtuig?

Slide 11 - Diapositive

Let nu op!

Een trein van 28 meter lang wordt op een schaal van 1 : 56 nagebouwd.
(nu dus delen de echte lengte weten we!)

Hoe lang is het schaalmodel van de trein?

Slide 12 - Diapositive

Let nu op!
De echte trein wordt op en schaalmodel van 1 : 56 nagebouwd. Dit betekent dat het model 56 keer kleiner wordt.

We delen de lengte van de echte trein door 56.

Lengte model trein = 28 : 56 = 0,5 m = 50 cm

Slide 13 - Diapositive

Planning voor periode 3 
Week 1:  Verhoudingen  §5.1 + start 5.2  Verhoudingstabellen
Week 2:  Verder werken aan §5.2 + §5.3 verhoudingstabellen met tussenstap
Week 3:  Vergelijken met verhoudingstabellen  §5.4 
Week 4:  §5.5 Verhoudingen en schaal
Week 5:  Afmaken §5.5 en maken gemengde opdrachten blz 174 & 175

Week 6: Tabellen en gemiddelde §6.1 + start §6.2 Lijngrafieken
Week 7: Verder werken aan §6.2 + §6.3 Staafdiagrammen
Week 8: Cirkeldiagrammen §6.4
Week 9: Andere soorten diagrammen §6.5 + oefentoets blz 210 & 211
Week 10 BSA Toets 

Slide 14 - Diapositive