Week 3: Polymeren en Eigenschappen van Kunststoffen
Start van de les:
5 basisregels
Telefoon / jas
Leg jouw spullen klaar!
Open de App / Website
Leerdoelen
Leerdoelen §11.3
Je leert welke eigenschappen kunststoffen hebben
Je leert de soorten kunststoffen in te delen in vier groepen
Je leert het verband te leggen tussen de microstructuur, mesostructuur en de materiaaleigenschappen op macrostructuur;
Je leert welke additieven aan kunststoffen kunnen worden toegevoegd en wat daarvan de invloed is op de
materiaaleigenschappen;Leerdoelen §11.4
Je leert te beschrijven welke verwerkingstechnieken worden toegepast
Je leert hoe polymeren verwerkt worden;
Je leert wat composieten zijn;
Je leert wat wordt bedoeld met vulkaniseren.
Lesverloop
Zie bord.
Weektaak
Zie classroom
Stel hier jouw vragen:
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Start van de les:
5 basisregels
Telefoon / jas
Leg jouw spullen klaar!
Open de App / Website
Leerdoelen
Leerdoelen §11.3
Je leert welke eigenschappen kunststoffen hebben
Je leert de soorten kunststoffen in te delen in vier groepen
Je leert het verband te leggen tussen de microstructuur, mesostructuur en de materiaaleigenschappen op macrostructuur;
Je leert welke additieven aan kunststoffen kunnen worden toegevoegd en wat daarvan de invloed is op de
materiaaleigenschappen;Leerdoelen §11.4
Je leert te beschrijven welke verwerkingstechnieken worden toegepast
Je leert hoe polymeren verwerkt worden;
Je leert wat composieten zijn;
Je leert wat wordt bedoeld met vulkaniseren.
Lesverloop
Zie bord.
Weektaak
Zie classroom
Stel hier jouw vragen:
Slide 1 - Diapositive
Dit polymeer is gemaakt via .....
A
additie-
polymerisatie
B
condensatie-polymerisatie
Slide 2 - Quiz
De karakteristieke binding in dit polymeer is de ....
A
peptidebinding
B
waterstofbrug
C
esterbinding
D
amidebinding
Slide 3 - Quiz
Dit polymeer is gemaakt uit .....
A
2-hydroxypropeenzuur
B
3-hydroxypropeenzuur
C
2-hydroxypropaanzuur
D
3-hydroxypropaanzuur
Slide 4 - Quiz
Leg op microniveau uit wat het verschil is tussen een thermoplast, een elastomeer en een thermoharder.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Zet de structuren in het juiste vakje.
Teken zelf de ontbrekende karakteristieke groep
Amide
Carbonzuur
Ester
Slide 7 - Question de remorquage
Wat voor soort polymeer is dit?
A
polyamide
B
polyester
C
additiepolymeer
D
hydrolyse
Slide 8 - Quiz
Geef de reactievergelijking voor de vorming van een ester uit methanol en ethaanzuur.
Slide 9 - Question ouverte
Welk alcohol en welk zuur hebben gereageerd en deze ester gevormd?
zuur en alcohol?
zuur was C=O-OH, alcohol was -OH, H2O splitst af...
A
propanol en
ethaanzuur
B
propaanzuur
en ethanol
C
ethaanol en
ethaanzuur
D
methanol en methaanzuur
Slide 10 - Quiz
Welk soort reactie zie je hier?
A
polycondensatie
B
poly-additie
C
polyester
D
polypeptide
Slide 11 - Quiz
Welke factoren bepalen de eigenschappen van kunststoffen (plastics)?
Slide 12 - Diapositive
Leerdoelen §11.3
Je leert welke eigenschappen kunststoffen hebben
Je leert de soorten kunststoffen in te delen in vier groepen
Je leert het verband te leggen tussen de microstructuur, mesostructuur en de materiaaleigenschappen op macrostructuur;
Je leert welke additieven aan kunststoffen kunnen worden toegevoegd en wat daarvan de invloed is op de
materiaaleigenschappen;
Leerdoelen §11.4
Je leert te beschrijven welke verwerkingstechnieken worden toegepast
Je leert hoe polymeren verwerkt worden;
Je leert wat composieten zijn;
Je leert wat wordt bedoeld met vulkaniseren.
Slide 13 - Diapositive
Thermoplasten
Lineaire molecuulstructuur;
Vanderwaalsbinding en soms H-bruggen tussen ketens;
Opnieuw om te smelten.
Slide 14 - Diapositive
Eigenschappen
De vervormbaarheid van polymeren is afhankelijk van de soort zijgroepen aan het polymeer. Je ziet drie stukjes van verschillende polymeren. Het linker polymeer is het meest vervormbaar.
Slide 15 - Diapositive
Thermoharder
Netwerk molecuulstructuur;
Atoombindingen (covalente bindingen, crosslinks, dwarsverbindingen) aanwezig tussen de ketens.
Niet om te smelten, bij verhitten wordt materiaal harder of ontleed.
Slide 16 - Diapositive
Elastomeren
Elastomeren keren na vervorming weer terug in hun oorspronkelijke vorm.
Toepassingen
autobanden
elastiek
Slide 17 - Diapositive
Composiet
Combinatie van minimaal twee materialen met andere eigenschappen dan de afzonderlijke materialen.
Combinatie van kunststof met vezels (glas-, koolstof-, aramidevezels).
Beste eigenschappen worden gecombineerd in nieuw materiaal.
Slide 18 - Diapositive
Thermoplast of thermoharder?
thermoplast
thermoharder
smelten
losse ketens
netwerk
PUR
Slide 19 - Question de remorquage
Kunststof kun je verdelen in THERMOPLASTEN en THERMOHARDERS. Wat zijn de voordelen van thermoplasten? (2 antwoorden goed)
A
gemakkelijk te buigen
B
worden zacht bij verwarmen en dan kun je ze in een vorm persen
C
moeilijk te buigen
D
vrij hard, als je ze verwarmt dan behouden ze hun vorm.
Slide 20 - Quiz
Eigenschappen beinvloeden
Crosslinks
Lengte van de keten
Zijgroepen
Vulkanisatie (harder S-binding)
Weekmakers
Vulstof
Blaasmidden
UV absorptie
Slide 21 - Diapositive
Polymeren verwerken
Thermoplasten:
Extruderen
Spuitgieten
Blaasgieten
Thermoharders:
Polymeriseren in een mal
Slide 22 - Diapositive
Extruderen
Onder druk wordt gesmolten thermoplast (granulaat, 1) door een spuitmond (2) geperst.
Bij afkoelen (4 e.v.) wordt de thermoplast harder en is de vorm verkregen.
Meestal productie van lange draden.
Slide 23 - Diapositive
Spuitgieten
Zelfde principe als extruderen, maar er wordt gebruik gemaakt van een mal/matrijs voor diverse voorwerpen.
Alleen voor thermoplasten.
Granulaat
Slide 24 - Diapositive
Blaasgieten
Gesmolten thermoplast wordt in juiste vorm geblazen.
Bijv. plastic flesjes.
Slide 25 - Diapositive
Stelling 1) Spuitgieten kan alleen met thermoplasten Stelling 2) Voor spuitgieten zijn kunststoffen nodig met een lage smelttemperatuur
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
Beide stellingen zijn juist
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
2 is juist en 1 is onjuist
Slide 26 - Quiz
Productie thermoharders
Voorgaande technieken zijn alleen toepasbaar op thermoplasten.
Een thermoharder is immers niet om te smelten.
Een thermoharder wordt geproduceerd door in een mal de polymerisatie uit te voeren: in de mal wordt het polymeer hard.
Slide 27 - Diapositive
Een thermoharder kan je spuitgieten
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Kunststoffen kun je onderverdelen in drie groepen, namelijk: thermoharders, thermoplasten en elastomeren. - Maak tekeningen op deeltjesniveau voor elke groep. Geef bij de tekening duidelijk aan om welke groep kunststoffen het gaat.