Les 1: ontwikkeling van kinderen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 4

Welzijn kind & jongeren

Les 1: 

In de les van vandaag:

Werken in de kinderopvang of in een woongroep voor jongeren...

Ontwikkeling van kinderen

Leerdoel: Na deze les weet je welke factoren de ontwikkeling van een kind kunnen beïnvloeden.

Waar denk je aan bij het onderwerp "ontwikkeling van kinderen"?

Levensfase

Een kind groeit op en doorloopt verschillende levensfasen:

0 tot 1,5 jaar: baby;

1,5 tot 4 jaar: peuter;

4 tot 6 jaar: kleuter;

6 tot 12 jaar: schoolkind.

In die levensfasen ontwikkelen kinderen zich op verschillende gebieden.

         3 

maanden

12 tot 14 maanden

10 tot 11 maanden

        9 maanden

        6 maanden

Staan

Omrollen, hoofdje optillen

Eerste pasjes

Zitten (met hulp)

Kruipen

Grove motoriek

Grote bewegingen, zoals rollen, kruipen en lopen.

Fijne motoriek

Kleine en precieze bewegingen, zoals bewegingen van handen, ogen en van de mond (praten).

Kruipen door de kamer

1. Grove motoriek
2. Fijne motoriek

Rozijntjes uit een doos pakken

1. Grove motoriek
2. Fijne motoriek

Staan in de box

1. Grove motoriek
2. Fijne motoriek

Het vastpakken van een stukje speelgoed

1. Grove motoriek
2. Fijne motoriek

Ontwikkeling in het algemeen

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

sociaal-emotionele ontwikkeling

Deze ontwikkelingen hebben een wisselwerking op elkaar: 

De lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling hebben invloed op elkaar. Bijvoorbeeld door te gaan kruipen (lichamelijke ontwikkeling) ontdekt de baby meer van de wereld om zich heen (geestelijke ontwikkeling).

Als er problemen zijn bij de ontwikkeling van het ene gebied, is dit van invloed op de ontwikkeling van een ander gebied. Wanneer een baby lichamelijk ziek is en hij alle energie nodig heeft om beter te worden, zal hij niet op onderzoek kunnen uitgaan. Hij kan de voorwerpen in zijn omgeving niet vastpakken en bestuderen. Hij leert het verschil niet tussen ver weg en dichtbij of tussen hoog en laag. Hij weet niet wanneer een voorwerp wegrolt en wanneer het blijft liggen. Kortom: hij kan zich geestelijk minder goed ontwikkelen.

Andersom kan ook. Een baby die zich geestelijk minder goed ontwikkelt, zal niet gauw gaan kruipen of lopen. Hij oefent daardoor zijn motoriek niet en raakt in zijn lichamelijke ontwikkeling achterop. Achterstand in de lichamelijke of geestelijke ontwikkeling kan ook problemen opleveren voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een kleuter die in zijn babytijd achterstand heeft opgelopen in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling, moet bijvoorbeeld meer moeite doen om contact met anderen te maken. Een schoolkind dat ernstig ziek is, heeft weinig energie en kan daardoor bijvoorbeeld niet vaak met andere kinderen spelen.

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Aan de slag

Maak van blok 1:

Opdracht 2, 3, 5.

Bekijk eerst het filmpje uit je lesplanner en maak dan opdracht 6.

Opdracht 7, 9, 10 en 11.