Herhalen zww, kww + hulpwerkwoord

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje 

Presentaties: deel alvast met mij!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje 

Presentaties: deel alvast met mij!

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Presentaties
Herhalen zww en kww
Hulpwerkwoord

Slide 2 - Diapositive

Presentaties
  • Lieve, Viktoriia - feedback van Amy en Froukje
  • Joëlla, Daphne - feedback van Bilal, Adam en Othman
  • Feedback: verdeel presentatie en de voordracht

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les...
... kan je hulpwerkwoorden van tijd en modaliteit onderscheiden.

Slide 4 - Diapositive

Even opfrissen
  • Hoe noemen we het belangrijkste ww in een zin met een werkwoordelijk gezegde?
  • En wat is het belangrijkste ww in een zin met een naamwoordelijk gezegde?
  • Waarom zeggen we dat het zww de baas is in een zin met een werkwoordelijk gezegde? 

Slide 5 - Diapositive

Zww
Wat is in deze zin het zww? 

'Zullen wij morgen gaan zwemmen?'

Slide 6 - Diapositive

Kww
Wat is in deze zin het kww? 

'Zij blijkt heel populair te zijn op instagram.'

Slide 7 - Diapositive

Hww
  • De overige werkwoorden in een zin noemen we hulpwerkwoorden
  • 2 soorten: hulpwerkwoord van tijd en hulpwerkwoord van modaliteit

Slide 8 - Diapositive

Hww van tijd
'Jan heeft gefietst.' 
  • Wat is het belangrijkste ww? 
  • En wat doet het hulpwerkwoord?
  • 'Heeft' geeft aan wanneer 'fietsen' plaatsvindt: dat is al gebeurd; Jan is klaar met fietsen.
  • Vergelijk: 'Ik zal je bellen.'

Slide 9 - Diapositive

Hww van modaliteit
  • Zij kan pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Het is voor haar mogelijk om piano te spelen (als ze dat zou willen).
  2. Zij weet hoe ze moet pianospelen.

  • Zij moet pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Zij is verplicht tot pianospelen.
  2. Zij kan het pianospelen niet laten. 


Slide 10 - Diapositive

Hww van modaliteit
  • Bijv. 'kunnen', 'moeten'
  • Een modaal hulpwerkwoord heeft invloed op de betekenis van het hoofdwerkwoord
  • Nog een voorbeeldzin

Slide 11 - Diapositive

Hww van modaliteit
  • Zij wil pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Zij kan al pianospelen en zou nu graag in de gelegenheid zijn om dat te doen.
  2. Zij wil pianiste worden. (in de toekomst)

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden benoemen
  • Eerste stap is altijd: is het een zin met een WG of een NG?
  • WG? Belangrijkste ww = zww
  • NG? Belangrijkste ww = kww 
  • Overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden
  • Hulpwerkwoord van tijd: geeft aan wanneer iets plaatsvindt
  • Modale hulpwerkwoorden: veranderen de betekenis van het hoofdwerkwoord een beetje

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees evt. voor jezelf nog eens de theorie, blz. 48-50
  • Maak opdracht 23 t/m 27, blz. 50-51 (25 evt. thuis)
  • Klaar? Nakijken met antwoorden in Classroom
  • Ook daarmee klaar? Presentatie voorbereiden

Slide 14 - Diapositive

Even checken
'Ik ga woensdagavond mijn verjaardag vieren.'

  1. Is dit een zin met een WG of een NG?
  2. Wat is het belangrijkste ww?
  3. Is het hulpwerkwoord in deze zin er één van tijd of modaliteit?


Slide 15 - Diapositive

Vooruitblik
Volgende les: presentaties en samengestelde zinnen
Huiswerk (vrijdag of 4 maart): afmaken opdracht 23 t/m 27

Slide 16 - Diapositive