Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt - Paragraaf 8.3 Je bloed vervoert

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Kahoot!

Ga naar de app Kahoot! en log in met de code

OF

Ga naar kahoot.it en log in met de code

Lesdoelen

- Je leert hoe je bloed stoffen vervoert;

 -Je leert hoe je hart het bloed rondpompt.

Bloed vervoert stoffen

Bloed bestaat uit bloedplasma (vloeistof) met daarin vooral veel rode bloedcellen.

  

Bloed vervoert de meeste stoffen, zoals glucose, in het bloedplasma.

Rode bloedcellen vervoeren zuurstof met behulp van hemoglobine.

Soorten bloedvaten

Slagaders voeren bloed vanaf het hart naar de organen. 

- Ze hebben dikke wanden; 

- Ze kloppen mee met de hartslag.

Haarvaten zitten in de organen. 

- Hier vindt het opnemen en afgeven van stoffen plaats.

Aders voeren bloed vanaf de organen terug naar het hart. 

- Ze hebben een dunne wand; 

- Ze hebben kleppen.

0

Cellen krijgen stoffen

In de organen "lekt" bloedplasma met zuurstof en glucose uit een haarvat en komt tussen de cellen.

Cellen nemen glucose en zuurstof op vanuit de vloeistof tussen de cellen.

Cellen geven koolstofdioxide af aan de vloeistof tussen de cellen. De vloeistof gaat terug in een haarvat.

Hart pompt het bloed rond

Het hart bestaat uit twee boezems en twee kamers.

  

Kleppen zorgen ervoor dat bloed niet terugstroomt.

– Tussen de boezems en kamers zitten hartkleppen. 

– Tussen de kamers en de slagaders zitten slagaderkleppen.

Een hartslag

Een hartslag bestaat uit drie stappen:

1. Boezems trekken samen: bloed naar kamers.
   
2. Kamers trekken samen: bloed naar slagaders. 
3. Hartpauze: de hartspier is ontspannen.

Hartslag regelen

1. De sinusknoop in de rechterboezem geeft impulsen af: de boezems trekken samen. 
2. De AV-knoop laat de impulsen vertraagd door naar de harttussenwand. 
3. Vanuit de hartpunt gaan impulsen over de kamerwanden: de kamers trekken samen. 
4. Vervolgens is het hart in rust. 

Op een ecg kun je de elektrische activiteit van de hartslag zien.

1 hartslag

hart fases

0

Aan het werk

Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt

Paragraaf 8.3 Je bloed vervoert

Maken opdracht 1 t/m 16

BEN JE KLAAR?

Samenvatten paragraaf 8.3 of www.biologiepagina.nl

(maak voor jezelf een begrippenlijstje of oefenen)

Welke bloedvaten hebben hele dunnen wanden?

1. Slagaders
2. Aders
3. Haarvaten

Wat zit er in aders, zodat het bloed niet de verkeerde kant op stroomt?

1. Hele dikke wanden
2. Kleppen
3. Hele dunne wanden
4. Ze hebben niks extra's

Welk bloedvat stroomt vanaf het naar alle organen toe?

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvaten

Welk bloedvat brengt het bloed weer naar het hart toe?

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvaten

Wat vervoeren rode bloedcellen?

1. Zuurstof
2. Glucose
3. Water
4. Koolstofdioxide

Waar halen rode bloedcellen het zuurstof op?

1. Hart
2. Longen
3. Lever
4. Maag