Oefentoets Planten en dieren

Oefentoets Planten en dieren
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Planten en dieren

Slide 1 - Diapositive

Oefentoets Planten & dieren
Deze toets is niet voor een cijfer of letter, maar puur voor jou om te oefenen. Kom erachter wat je al weet en wat je nog lastig vindt.

Deze test bestaat alleen uit meerkeuzevragen. Houd er rekening mee dat je bij de 'echte' summatieve toets ook open vragen zult krijgen.

Fouten gemaakt? Bestudeer deze theorie extra goed bij het leren.


Slide 2 - Diapositive

Hoe leer ik voor mijn toets?
De fouten die je in de oefentoets opzoeken in je boek.

Bestuderen teksten en afbeeldingen in je boek.

Samenvatting einde hoofdstuk (let op: hier ontbreken de belangrijke afbeeldingen).

Hulpmiddelen die staan in Peppels (agenda) bij de toets:
filmpjes en Quizlet.



Slide 3 - Diapositive

In de biologie bestuderen we levende wezens
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

In de zaadlobben van een zaad zit voedsel voor de kiem
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Groei en ontwikkeling zijn hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in het donker
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Welke aanpassing zie je bij waterplanten?
A
Veel wortels
B
Kleine, dikke bladeren
C
Slappe stengels

Slide 8 - Quiz

Via welk onderdeel van een zaad kan water naar binnen
A
Poortje
B
Navel
C
Zaadlob
D
Zaadhuid

Slide 9 - Quiz

Kleuters leren spelletjes doen via het internet. Welke ontwikkeling is dit?
A
Geestelijke
B
Motorische
C
Lichamelijke
D
Geestelijke en motorische

Slide 10 - Quiz

Een bepaalde vogel eet vooral insecten. Welk type snavel verwacht je bij deze vogel?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel

Slide 11 - Quiz

Welk gas uit de lucht is nodig om voedsel in een blad te maken?
A
Koolstofdioxide
B
Stikstofgas
C
Zuurstof
D
Zwavelgas

Slide 12 - Quiz

Wat is niet levenloos?
A
Steen
B
Hout
C
Spijker
D
Speelgoedrobot

Slide 13 - Quiz

Als een organisme groeit, dan verandert de .............. van het organisme
A
Bouw
B
Grootte
C
Kleur
D
Vorm

Slide 14 - Quiz

Levend
Dood
Levenloos

Slide 15 - Question de remorquage

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 16 - Quiz

Welk levenskenmerk is een voorbeeld van het levenskenmerk 'reageren op prikkels'?
A
Beweging
B
Ademhaling
C
Groeien
D
De bloedsomloop

Slide 17 - Quiz

zaadhuid
poortje
navel
hartje
kiemblad
kiemwortel
zaadlob

Slide 18 - Question de remorquage

Zet op de juiste volgorde
Zaadhuid neemt water op
Worteltje komt naar buiten
Stengel en blaadjes komen naar buiten
Zaadlobben zwellen op, zaadhuid knapt open

Slide 19 - Question de remorquage

Opdracht:
Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek in de levenscyclus.
7
R7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen.
Een tomatenpitje is een zaad.
Het worteltje groeit de grond in en de zaadlobben komen boven de grond.
Aan de tomatenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan tomaten(vruchten) met zaden.

Slide 20 - Question de remorquage


Marieke leert op school lezen, schrijven en rekenen. Dit is een voorbeeld van....
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling

Slide 21 - Quiz

Wat ontwikkelt je hele leven?
A
Lichamelijke ontwikkelig
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 22 - Quiz

Welke van onderstaande antwoorden zijn voorbeelden van lichamelijke ontwikkelingen
A
leren praten, leren schrijven, veroudering van de huid.
B
leren praten, leren schrijven, gezichten leren herkennen.
C
zwaarder worden, meer spieren, verdwijnen van kraakbeen uit bot, leren schrijven.
D
zwaarder worden, meer spieren, verdwijnen van kraakbeen uit bot, veroudering van de huid.

Slide 23 - Quiz

Motorische ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
Je krijgt borsthaar.
Een elektrische fiets leren besturen.
Rouwen om een overleden huisdier
Verliefd worden
Ongesteld worden
Leren schrijven
Een ruzie leren uitpraten
Groeiende voeten

Slide 24 - Question de remorquage

In welke levensfase leer je zelfstandig te leven?
A
baby
B
puber
C
adolescent
D
volwassene

Slide 25 - Quiz

Lezen en schrijven leer je in de levensfase...
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Schoolkind

Slide 26 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
A
in alle delen van een plant
B
In bladeren van een plant
C
In alle groene delen van een plant
D
In de wortels van een plant

Slide 27 - Quiz

het deel dat je eet ->
de naam van het voedsel
aardappel
ijsbergsla
prei
graan
appel
afbeelding van het voedsel
stengel
bladeren
zaad
vrucht
wortel

Slide 28 - Question de remorquage

In de afbeelding zie je een rafelvis.
Pim zegt:
Deze vis heeft een gestroomlijnd lichaam.

Peter zegt:
Deze vis heeft geen gestroomlijnd lichaam.
A
Pim heeft gelijk
B
Peter heeft gelijk
C
Pim en Peter hebben beide gelijk
D
Geen van beide heeft gelijk

Slide 29 - Quiz

Gaat het om een droge of een vochtige omgeving?
Sleep de begrippen en de foto's naar het juiste vak.
Droge omgeving
Vochtige omgeving
Kleine bladeren
Platte bladeren
Weinig wortels

Slide 30 - Question de remorquage

Zijn de stengels van waterplanten stevig?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quiz

Waar groeien de meeste waterplanten en waarom?
A
In de bovenste waterlaag, omdat daar meer licht is
B
In de bovenste waterlaag, omdat daar meer voedingsstoffen zijn
C
In de onderste waterlaag, omdat daar meer licht is
D
In de onderste waterlaag, omdat daar meer voedingsstoffen zijn

Slide 32 - Quiz


Lekker bezig!


Bestudeer nu de goede en foute antwoorden goed en ga aan de slag met het leren van de summatieve toets van volgende week (zie Peppels).

Deze week heb je geen andere taken voor bio, zodat je hier de tijd voor kunt nemen.

Slide 33 - Diapositive