Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Doel van deze les
Ik kan van verschillende werkwoorden het tegenwoordig deelwoord schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Overleg in je groepje Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 3 - Question ouverte
Het tegenwoordig deelwoord
Het tegenwoordig deelwoord (of onvoltooid deelwoord) is een vorm van het werkwoord bestaande uit het hele ww + d(e). Deze vorm geeft aan hoe iets gebeurd.
(verrassen) Het parkje is ......................... wild geworden.
verrassen + d = verrassend
Slide 4 - Diapositive
Waar vind je een tegenwoordig deelwoord? Geef een eigen voorbeeldzin!
Slide 5 - Question ouverte
Het voltooid deelwoord
1. Achteraan in de zin.
2. Een voltooid deelwoord deelt de zin met een ander werkwoord
3. Begint meestal met ge-,
maar kan ook met be-, ver-, ont- of her-
4. Eindigt altijd op een -d, een -t of op -en
Maak langer OF 't sexy fokschaap!
Slide 6 - Diapositive
Waar vind je een voltooid deelwoord? Geef een voorbeeldzin!
Slide 7 - Question ouverte
4. Eindigt altijd op een -d, een -t of op -en
Maak langer OF 't SeXY FoKSCHaaP!
Voorbeeld:
Ik heb een afstand gefietst.
De gefietste afstand. (fietS- en) dus een -t aan het einde.
Daarmee heeft hij een hele afstand gereisd
- De gereisde afstand. (reiZ - en) dus een -d aan het einde.
Slide 8 - Diapositive
Wat kun je doen om een voltooid deelwoord te schrijven? Geef een voorbeeld!
Slide 9 - Question ouverte
Maak de zin af met (verrassen)
De boekhandel heeft
…………………………………………... lage prijzen.
Slide 10 - Diapositive
Maak de zin af met (fietsen)
Jan heeft heel hard …………………………………….
Slide 11 - Diapositive
Maak de zin af met (gieren)
De straaljager vloog
…………………………………… over de huizen.
Slide 12 - Diapositive
Maak de zin af met (slapen)
Ik heb vannacht lekker …………………………………….
Slide 13 - Diapositive
Laat het zien!
1. Maak langer
2. 't SeXY FoKSCHaaP!
dan een -t aan het eind.
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Maak de zin af met (wandelen)
Vorige week ging ik ......................... door het bos.
Slide 15 - Diapositive
Maak de zin af met (zeilen)
Vorige zomer gingen we ............... over het meer.