T5B1

Thema 5 - Ecologie
B1 Organismen en hun leefomgeving
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 - Ecologie
B1 Organismen en hun leefomgeving

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik kan beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen
  • Ik kan beschrijven dat bij verbranding van energierijke stoffen energie vrijkomt


Slide 2 - Diapositive

Ecologie
Ecologie = het bestuderen van relaties tussen organismen en hun milieu

Slide 3 - Diapositive

Plantencel
1. celmembraam
2. cytoplasma
3. celkern
4. vacuole
5. bladgroendkorrels
6. celwand
herhaling

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Fotosynthese
water
koolstofdioxide
+
+
zuurstof
GLUCOSE
+

Slide 6 - Diapositive

Energierijke en energiearme stoffen
Energierijke stoffen = stoffen afkomstig van organismen. (levend/ dood) Hierin zit energie. 
Bijvoorbeeld glucose, koolhydraten, vetten, eiwitten. 

Energiearme stoffen = stoffen uit de levenloze natuur. Hierin zit geen energie.  
Bijvoorbeeld water, zuurstof, koolstofdioxide, mineralen. 

Slide 7 - Diapositive

Verbranding
water
koolstofdioxide
+
zuurstof
GLUCOSE
+
+

Slide 8 - Diapositive

Stofwisseling
Stofwisseling =stoffen worden omgezet in andere stoffen
  • verbanding en fotosynthese zijn voorbeelden van stofwisseling.



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive




In welke buis is het zuurstof-gehalte na een uur het laagst?

In welke buis zal het zuurstof-gehalte het minst veranderen?

Slide 11 - Diapositive

Opdrachten
Maken 5.1 opdracht 1 t/m 6 (blz. 95).

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je het verschil uitleggen tussen biotische en abiotische factoren. 

Aan het einde van de les kan je de organisatieniveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Hoe hebben konijnen invloed op hun omgeving?

  • ze graven holen en gangen in de grond
  • ze eten planten uit de omgeving
  • ze zijn zelf voedsel voor wezels
  • vacht past zich aan aan het seizoen ( zomer- en wintervacht

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Milieu
Biotische factoren = invloeden die leven, bijvoorbeeld ...
Abiotische factoren = invloeden die niet leven, bijvoorbeeld ...

Slide 19 - Diapositive

Niveaus in de ecologie
  • Een individu = één enkel organisme
  • Een populatie = een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald leefgebied die zich met elkaar kunnen voortplanten 
  • Een levensgemeenschap = alle populaties in een gebied
  • Een ecosysteem = een levensgemeenschap samen met de abiotische factoren in een gebied

Slide 20 - Diapositive

Opdrachten
Maken 2.1 opdracht 1 t/m 5 (blz. 88)

Slide 21 - Diapositive

Thema 2 - Ecologie
B2 Piramiden

Slide 22 - Diapositive

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen =  laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Piramide van biomassa
Biomassa = het gewicht van alle organische stoffen in een organisme
  • deze piramide heeft 'altijd' een piramidevorm
  • in een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 25 - Diapositive

piramide van biomassa

Slide 26 - Diapositive

Energie in de voedselketen
Verbranding door:
  • brandstoffen
  • bouwstoffen

Energie gaat verloren.
Er word steeds minder doorgegeven.

Slide 27 - Diapositive

Opdrachten
Maken 2.1 opdracht 1 t/m 8 (blz.82)

Maken 2.2 opdracht 10 t/m 15

Slide 28 - Diapositive