Toets Thema 1 Organen en Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

oefentoets

Klas 3

Thema 1 VMBO GT

Organen en Cellen

Bij welk organisatieniveau hoort een nier?

1. Organisme
2. Orgaan
3. Weefsel
4. Cel

Hebben planten organen?

1. Ja
2. Nee

Bij welke organismen komt het levenskenmerk uitscheiden voor?

1. Bij alle organismen
2. Alleen bij dieren
3. Alleen bij planten

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd.

1. Juist
2. Onjuist

Een weefsel bestaat uit verschillende cellen, die samen een bepaalde functie hebben.

1. Juist
2. Onjuist

Een kattenoog is een voorbeeld van een orgaan.

1. juist
2. onjuist

Een organenstelsel bestaat uit een aantal organen die samen een functie hebben.

1. Juist
2. Onjuist

Het ademhalingsstelsel bestaat alleen uit de linker- en rechterlong.

1. juist
2. onjuist

Hoe heet orgaan nummer 1?

1. slokdarm
2. long
3. luchtpijp
4. aorta

Hoe heet orgaan nummer 4?

1. maag
2. long
3. lever
4. aorta

Hoe heet orgaan nummer 8?

1. slokdarm
2. long
3. luchtpijp
4. aorta

Hoe heet orgaan nummer 10?

1. slokdarm
2. lever
3. nier
4. maag

Dit is een dwarsdoorsnede van?

1. Borstholte
2. Buikholte

Hoe heet letter e?

1. nier
2. slokdarm
3. maag
4. lever

Tussencelstof bij planten zijn?

1. celwanden
2. plastiden
3. vacuolen
4. niets

Hoe heet deel 2?

1. celmembraan
2. vacuolevocht
3. celwand
4. cytoplasma

Hoe heet deel 4?

1. celmembraan
2. vacuole
3. celwand
4. cytoplasma

Hoe heet deel 9?

1. celmembraan
2. celkern
3. celwand
4. cytoplasma

Zijn in cel A plastiden aanwezig?

1. nee
2. ja, een soort plastiden
3. ja, twee soorten plastiden
4. ja, drie soorten plastiden

Jonge plantencellen hebben veel vacuolen en oudere plantencellen hebben 1 centrale vacuole?

1. Juist
2. onjuist

Als appels rijp worden, verandert de schil van kleur.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?

1. bladgroenkorrels zijn overgegaan in kleurstofkorrels
2. bladgroenkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels
3. kleurstofkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels
4. zetmeelkorrels zijn overgegaan in kleurstofkorrels.

DNA bevat de informatie voor erfelijke eigenschappen.

1. juist
2. onjuist

De kern van een levercel van een mens bevat 1 paar chromosomen?

1. juist
2. onjuist

Een levercel bevat DNA met informatie over de oogkleur.

1. Juist
2. Onjuist

De kern van een huidcel van een mens bevat 46 chromosomen.

1. juist
2. onjuist

In het lichaam van een vrouw van 100 jaar vindt nog celdeling plaats voor?

1. herstel
2. herstel en vervanging
3. herstel, vervanging en groei
4. vervanging en groei

Zijn chromosomen zichtbaar in de periode tussen twee celdelingen in?

1. ja
2. nee

Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?

1. 1
2. 2
3. 23
4. 46

Waardoor wordt elke dochtercel na afloop van mitose net zo groot als de moedercel?

1. mitose
2. celdeling
3. kerndeling
4. plasmagroei

Hoe komt het dat de chromosomen van een delende cel zichtbaar worden met een microscoop?

1. Omdat je de grootse vergroting gebruikt.
2. Omdat je de chromosomen kunt zien onder de microscoop.
3. Omdat de chromosomen op dat moment spiraliseren.
4. Omdat ze altijd onder de microscoop te zien zijn.

In de herfst verkleuren de bladeren van loofbomen. Een leerling merkt op dat de bladeren van een linde waarop het licht van een lantaarn valt langer groen blijven dan de bladeren van dezelfde boom die niet door de lantaarn worden beschenen. De leerling verwacht dat het langer groen blijven van de bladeren wordt veroorzaakt doordat deze bladeren langer licht ontvangen dan de overige bladeren. Is deze mening een conclusie, onderzoeksvraag of een hypothese?

1. conclusie
2. onderzoeksvraag
3. hypothese

Meiose is de....

1. deling van gewone cellen.
2. deling waarbij er 46 chromosomen ontstaan uit 23 chromosomen.
3. deling van geslachtscellen.
4. mitose.

Mitose

Wat is geen mitose plaats?

1. Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
2. Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
3. De celdeling van een bevruchte eicel.
4. Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Levende organismen herken je aan de levenskenmerken. 

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.

Voortplanten

Reageren

Uitscheiden

Voeden

Ademen

Groeien