Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Woordenschat thema 2
Lessonup.app
Slide 1 - Diapositive
lessonup.app
Slide 2 - Diapositive
Welke woorden herken je?
Slide 3 - Carte mentale
Ik ging met mijn zoontje Tom van drie naar de dierentuin. hij wilde naar Tanja het nijlpaard. Tanja stond altijd in haar badje, ze 1. \
Het was eigenlijk 2. Om haar in dat kleine 3. te zien. Maar Tanja was te oud om te worden 4. Dan zou ze moeten worden 5. door de dierenarts en dat zou ze niet overleven. Bij Tanja's onderkomen was er veel publiek 6. Het bleek dat Tanja jarig was, ze werd 49. De mensen gingen niet aan de kant. 7. Ze wilde niet 8. Ik nam mijn zoontje op mijn schouders. Hij zwaaide naar Tanja
Verzetten geen poot
Hartverscheurend
Toegestroomd
Overgeplaatst
Onderkomen
Verdoofd
Met andere woorden
Wijken
Slide 4 - Question de remorquage
Denk aan een gebouw bij jou in de buurt. Waarom zou het moeten woorden opgeknapt?
Slide 5 - Question ouverte
Slopen
Opknappen
Iets herstellen, het weer in orde maken.
Een gebouw afbreken.
Slide 6 - Question de remorquage
Verenigen
Scheiden
Uit elkaar halen
Bij elkaar brengen
Slide 7 - Question de remorquage
Wat zou 'Geen poot meer verzetten' betekenen?
Slide 8 - Question ouverte
Noem een voorbeeld waar "met andere woorden" in voorkomt.
Slide 9 - Question ouverte
Wijken betekend:
Uit de weg gaan, aan de kant gaan
Clusters van enkele buurten bij elkaar.
Slide 10 - Sondage
Het onderkomen overplaatsen.
Welke twee woorden zitten hierin verborgen en wat betekend het?