Les 2 - PJD - Rechtsstaat

Politiek juridisch
Burgerschap
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Politiek juridisch
Burgerschap

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
- Leerdoelen deze les (2 min.)
- Landenspel (45 min.)
- Theorie: de rechtsstaat en de trias politica  (10 min.)
- Zelfstandig werken (10 min.)
- Afsluiting: leerdoelen behaald? (5 min.)
- Special guest: Amos Ramos over studentenpanel
- Evt. - Quiz: wat weet jij van stemmen?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

- Je kent de verschillen tussen een democratie en een dictatuur
- Je kent de kenmerken van een rechtsstaat en kunt deze uitleggen
- Je kunt het doel uitleggen van de trias politica

Verder werk je in deze les aan kritische denkvaardigheden!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landenspel
- We gaan zo zes groepjes maken.
- Elk groepje vormt de regering van een land.
- Jij bedenkt bij een aantal vraagstukken welke beslissing de regering van een bepaald land zou nemen.
- Ieder groepje presenteert zijn uitkomsten.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landenspel
Leerdoel: in een democratische rechtsstaat zijn er grondrechten en wordt je beschermd tegen de macht van de overheid!
timer
20:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De rechtsstaat
Een land waarin burgers worden beschermd tegen de macht van de overheid

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken rechtsstaat
  1. Grondrechten
  2. Machtenscheiding
  3. Legaliteitsbeginsel
  4. Onafhankelijke rechtsspraak

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken rechtsstaat
  1. Grondrechten
    Rechten van individuele burgers tegenover de staat en tegenover elkaar.
  2. Machtenscheiding  De politieke macht is verdeeld in drie machten die elkaar controleren. 
  3. Legaliteitsprincipe Alles wat de overheid doet, moet gebaseerd zijn op de wet
  4. Onafhankelijke rechtsspraak Rechters werken onafhankelijk en zijn onpartijdig

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landenspel
Leerdoel: in een democratische rechtsstaat zijn er grondrechten en wordt je beschermd tegen de macht van de overheid!

Vraag: Hoe vond je deze werkvorm?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken
Politiek Juridische Dimensie (groen)
Lees de theorie en maak daarna alle kennisvragen
paragraaf 1 Democratie en verkiezingen
paragraaf 2 De Nederlandse rechtsstaat vraag 1-4

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

QUIZ: WAT WEET JIJ ER EIGENLIJK VAN?

13 vragen over het thema 'STEMMEN'

De winnaar krijgt een bonustpunt 0.1 én een sticker ;)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie mogen er stemmen?
A
Iedereen die in Nederland woont
B
18+ en met een Nederlands paspoort
C
Iedereen met een Nederlands paspoort
D
21+ en met een Nederlands paspoort

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is je stem uitbrengen een recht of een plicht?
A
Recht
B
Plicht

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het stemrecht is de basis voor een democratische samenleving en is daarom een politieke mensenrecht.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 1890 mochten alleen rijke mannen stemmen. Wat was de stemleeftijd?
A
25
B
23
C
21
D
18

Slide 18 - Quiz

Sinds 1896 is de leeftijd waarop mensen mochten stemmen, verlaagd van 25 jaar naar 23 jaar (in 1946) en vervolgens naar 21 jaar (in 1963) en 18 jaar (in 1972).

Nederland kende een opkomstplicht: bracht je geen stem uit, dan kreeg je een boete. Wanneer stopte dit?
A
1955
B
1970
C
1985
D
2000

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe moet je stemmen?
A
ID meenemen
B
1 hokje rood kleuren
C
anoniem
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een persoon waar je op kan stemmen?
A
Minister
B
Leider
C
Volksvertegen-woordiger
D
Debater

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je iemand anders voor je laten stemmen?
A
Nee
B
Ja

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag de Koning stemmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blanco stemmen is precies hetzelfde als niet gaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag je stemmen als je in de gevangenis zit?
A
Nee, gevangenen mogen niet stemmen
B
Ja, behalve als de rechter je het kiesrecht heeft ontnomen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als je per ongeluk een verkeerde stem hebt uitgebracht?
A
Je mag niet meer stemmen.
B
Je moet ergens anders gaan stemmen.
C
Je kan éénmalig een nieuw stembiljet aanvragen.
D
Uitgummen en ander vakje inkleuren.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

LAATSTE VRAAG:
Wat mag NIET tijdens het stemmen?
A
Een selfie maken.
B
Je naam op het stembiljet schrijven.
C
Lang nadenken op wie je gaat stemmen.
D
Het gordijntje open laten.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

- Je kent de verschillen tussen een democratie en een dictatuur
- Je kent de kenmerken van een rechtsstaat en kunt deze uitleggen
- Je kunt het doel uitleggen van de trias politica

Verder werk je in deze les aan kritische denkvaardigheden!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions