Examentraining Havo Brits Rijk

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Kenmerkende aspecten
  • Het begin van de Europese overzeese expansie.
  • De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
  • Het streven van vorsten naar absolute macht.
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
  • Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • Uitbouw van de Europese overheersing, ......, en de opkomst van het abolitionisme.
  • De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
  • Discussies over de ‘sociale kwestie’.
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
  • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme

Slide 4 - Diapositive

Paragraaf 1
1 Je kunt drie motieven beschrijven om in de zeventiende eeuw naar Amerika te verhuizen:

  • 1 – Engelse avonturiers ontvluchten het drukke Engeland (overbevolking) op zoek naar nieuwe, goedkope landbouwgrond.
  • 2 – Engelse religieuze minderheden (pilgrim fathers, quakers, calvinisten, lutheranen, katholieken) ontvluchten Engeland vanwege de onderdrukking door de Anglicaanse Kerk. Katholieken vonden de Anglicaanse Kerk te protestants; calvinisten en lutheranen vonden de Anglicaanse Kerk te weinig streng in hun opvattingen.
3 – De Engelse regering zocht een mogelijke uitvalsbasis om tegen de Spanjaarden te vechten. Rond 1600 zijn Engeland en Spanje de machtigste landen van Europa (en de wereld).

Slide 5 - Diapositive

Paragraaf 1
4 Je kunt sociale en economische eigenschappen noemen van vestigingskoloniën en van plantage economieën.

1. De noordelijke koloniën aan de oostkust waren vestigingskoloniën, gericht op landbouw, handel en nijverheid. 
2. De koloniën in het zuiden van Noord-Amerika ontwikkelden zich steeds meer tot plantage-economieën, waar luxe-producten als tabak, suiker en katoen voor de export werden verbouwd.

3. Andere Engelse plantagekoloniën bevonden zich in het Caribische gebied, zoals Barbados en Jamaica. 
 

Slide 6 - Diapositive

Paragraaf 1
6 Je kunt de driehoekshandel van de Britse African Company beschrijven en verklaren.

Slide 7 - Diapositive

Paragraaf 1
8 Je kunt uitleggen hoe verlichte ideeën als trias politica, volkssoevereiniteit en natuurlijke rechten werden toegepast in de Amerikaanse grondwet

1. Federale staat
2. Machtenscheiding: president - Congres - Hooggerechtshof
3. Grondwet

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 1
9 Je kunt argumenten voor en tegen abolitionisme noemen.

1. Verlichting: iedereen gelijk (verstand)
2. Christendom: naastenliefde


 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Paragraaf 2
1 Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten.
2 Je kunt de Britse handelswijze in India in de zeventiende eeuw, met factorijen en bania’s, beschrijven en verklaren.

1. handelsposten
2. monopolie voor Britten, ook andere Europese handelaren
3. Vaste afzetmarkt voor Moguls + bevolking
4. Tribuut voor Mogul

Slide 11 - Diapositive

Paragraaf 2
4 Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Allahabad het einde betekende van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India.

Begin Brits bestuur in India:
1 – door het innen van belasting;
2 – door de handel, met name van ruwe katoen.
3. - Indirect rule

Slide 12 - Diapositive

Paragraaf 2
5 Je kunt verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand tegen het Britse gezag uitbrak en je kunt benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.

- Militaire opstand vanwege schending religieuze gebruikenT
-  Britten slaan opstand neer
- Na 1857: 
  • India kwam daarna onder direct gezag van de Britse regering. 
  • Koningin Victoria van Engeland werd ook keizerin van India. 
  • Ambtenaren namen het werk van de inheemse vorsten over. 
 

Slide 13 - Diapositive

Paragraaf 2
7 Je kunt het verband tussen de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme in India uitleggen.

- Groot-Brittannië: katoenindustrie                                                                               India: katoenplantages
   winst                                                                                                                                          grondstoffen
                                                                                                                                                         afzetmarkt
                                                                                      Modern-imperialisme       
- cultuur wordt leidend                                                                                                        - opkomst nationalisme

- onderwijs voor Indiase elite                                                                                            - INC                        
 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Paragraaf 3
2 Je kunt oorzaken van de bevolkingsgroei in Engeland in de achttiende eeuw noemen.
- Verbetering in de landbouw
- ziektebestrijding 


- bevolkingsgroei + urbanisatie
- meer vraag naar producten + aanbod arbeiders


industriële revolutie

Slide 16 - Diapositive

Paragraaf 3
4 Je kunt de betekenis van de Reform Bill (1832) voor de ondernemers in de Britse steden beschrijven.
 - Kieswet wordt aangepast ten gunste van ondernemers
- Wetten worden nu meer gemaakt in voordeel van ondernemers (vrijhandel)

5 Je kunt de betekenis van de Factory Acts (1833) voor Britse arbeiders beschrijven.
- Eerste beschermende wetgeving voor arbeiders
- werktijden 
- Robert Owen is niet representatief voor werkgevers!




Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive