SPQR thema 1 en 2
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is het enkelvoud van feminas?
A
femina
B
feminam
C
feminum
D
feminis
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Wat is de nominativus meervoud van
bellum?
bellum?
Slide 5 - Question ouverte
Welk geslacht heeft bellum?
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig
Slide 6 - Quiz
In welke naamval staat het woord? Sleep naar het juiste vak. Er kunnen meer woorden in 1 vak komen, of juist helemaal geen!
nom.
gen.
dat.
acc.
abl.
servos
templorum
deus
patribus
feminam
Slide 7 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar de juiste verbuigingsgroep
Groep 1
Groep 2
Groep 3
duci
dei
pugnas
signum
ignis
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Verbind de voorzetsels met de juiste naamval.
ablativus
accusativus
ad
cum
pro
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Hoe vertaal je het pers. vnw. vobis
A
door jullie
B
voor jullie
C
door ons
D
voor ons
Slide 12 - Quiz
Welke naamval is 'eum/eam'
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat is een praesens?
Slide 15 - Question ouverte
Het imperfectum is een onvoltooid ...
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 16 - Quiz
Welke tijd is een voltooid tegenwoordige tijd?
A
Perfectum
B
Praesens
C
Plusquamperfectum
Slide 17 - Quiz
De uitgang van de infinitivus is
A
-t
B
-nt
C
-re
D
-a
Slide 18 - Quiz
Praesens
Imperfectum
Perfectum
Plusquam-
perfectum
Vocabas
Vocas
Vocavisti
Vocaveras
