Rivieren

Rivieren
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Rivieren

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Lees en bekijk de slides in deze LessenUp. Deze gaat over de Rijn en Maas als rivier.
En als onderdeel van de waterkringloop.

Als je alles hebt doorgelezen en gekeken, maak je de opdracht in de laatste slide. Maar lees dus eerst alles zorgvuldig door en stel eventueel vragen!

Slide 2 - Diapositive

Waterkringloop
Rivieren zijn een onderdeel van de waterkringloop.

Slide 3 - Diapositive

De bron van de Rijn
De Rijn ontstaat hoog in de Zwitserse Alpen. Hier liggen gletsjers waarvan het smeltwater samenkomt in een meertje. Het meertje overstroomt , zodat er een bergbeekje ontstaat. Dit is de bron van de Rijn. Doordat er steeds meer smeltwaterbeekjes in uitkomen, wordt de rivier groter en wilder. De steile hellingen zorgen ervoor dat het water heel snel stroomt. Hierdoor neemt het grote stenen, grind en zand mee. Algauw bestaat de Rijn niet meer alleen uit smeltwater. Ook regenwater en grondwater voeden de rivier. Het eerste deel van een rivier vanaf de bron noemen we de bovenloop. De bovenloop van de Rijn ligt in Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Frankrijk en het zuiden van Duitsland. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De middenloop van de Rijn
Hoe dichter een rivier bij de zee komt, hoe minder hoogteverschil er in het landschap is. Daardoor gaat het water langzamer stromen. Een rivier kan alleen nog maar zand en kleideeltjes meenemen. Het grind en de stenen blijven liggen op de bodem van de rivier. Dit middelste gedeelte van een rivier noem je de middenloop. Hierin neemt een rivier ongeveer evenveel materiaal mee als hij achterlaat. De middenloop van de Rijn ligt in Duitsland. Vanaf de middenloop kunnen rivieren door het landschap meanderen en kronkelen. Ze slijten grote bochten, meanders, uit. Die meanders worden in de loop der tijd steeds groter. 

Slide 6 - Diapositive

De Rijn in Nederland
Bij de monding komt de rivier uit in zee. Hier is de stroomsnelheid zo laag dat zelfs het zand en de kleideeltjes naar de bodem zakken. Het laatste gedeelte van een rivier tot aan de monding noem je de benedenloop. In de benedenloop blijft meer materiaal achter dan de rivier meeneemt. Daardoor treedt de rivier vaak buiten zijn oevers en vertakt hij zich in veel zijrivieren. De benedenloop van de Rijn ligt in Nederland. De Rijn vertakt zich hier in de Nederrijn, de Waal en de IJssel. 

Slide 7 - Diapositive

De Maas en de Schelde
De bronnen van de Maas en de Schelde liggen in Frankrijk. Het zijn plaatsen waar grondwater aan de oppervlakte komt. Het water uit deze bronnen stroomt van de heuvels af. De rivieren worden steeds groter doordat ze onderweg gevoed worden door regenwater, dat via het grondwater en via zijriviertjes in de hoofdrivier terecht komt. Het totale gebied waar het water van een rivier vandaag komt, heet het stroomgebied. De grens tussen twee stroomgebieden noem je een waterscheiding. Zo'n waterscheiding ligt op de hogere delen in het landschap, bijvoorbeeld op een heuvelrug of een bergketen. Het water stroomt er aan verschillende kanten vanaf en komt dus in twee verschillende rivieren uit.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Verschillen per seizoen
Hoeveel water er door een rivier stroomt, hangt af van de soort rivier en het seizoen. In echte regenrivieren, zoals de Maas en de Schelde, staat in de zomer veel minder water dan in de winter. Rivieren die voor een deel uit smeltwater bestaan, zoals de Rijn, hebben dat probleem minder. Dat komt doordat er in de zomer veel smeltwater uit de Alpen doorheen stroomt. 

Slide 10 - Diapositive

Eindopdracht
- Lees de teksten over de Maas en de Rijn.

1. Je gaat een kort filmpje maken in de app Clips.

2. In het filmpje moeten de volgende punten aan bod komen:
a. Wat is de waterkringloop (kort & lang).
b. Wat voor soorten rivieren zijn er (meer info op website volgende slide).
c. Wat voor rivieren zijn de Maas en de Rijn, en waar ontstaan ze?
d. Leg uit wat de boven- , midden- en benedenloop zijn.
e. Leg uit wat de Maas en de Rijn voor invloed hebben op de waterkringloop

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien