Thema 7, week 2 Les 7 - werkwoord afstemmen

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

1. werk
2. werkt
3. werken

1. wens
2. wenst
3. wensen

1. loei
2. loeit
3. loeien

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.

Gebruik de ik-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!

Wij pellen de eieren.

Ik ..........................................

Gebruik de wij-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!

Hij komt naar school.

Wij ..........................................

Gebruik de hij-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!

Wij worden niet ziek.

Zij ..........................................

Hij veegt de vloer.

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Zij wordt binnenkort jarig.

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Hoor je de sirene?.

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Welke 3 vormen heeft een werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Hoort je broer de sirene?.

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

De slager slacht een koe.

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Het onderwerp is: jullie

Welke vorm hoort bij dit onderwerp?

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Het onderwerp is: Marijke

Welke vorm hoort bij dit onderwerp?

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Het onderwerp is: ik

Welke vorm hoort bij dit onderwerp?

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Het onderwerp is: de dieren

Welke vorm hoort bij dit onderwerp?

1. ik-vorm
2. hij-vorm
3. wij-vorm

Sleep de juiste vorm van het werkwoord naar de zin.

Wij                       van de ontploffing.

U                        van de ontploffing.

schrik

schrikt

schrikken

Sleep de juiste vorm van het werkwoord naar de zin.

Ik                         snel misselijk.

Hij                        snel misselijk.

word

wordt

worden

Taal

 Thema 7, week 2, Les 7

Opgave 2

Opgave 3

Plussen